VOLGENDE STUK
|
Zelamirvertaald door Jan van VlaanderenRomeinse Vakantie |
SamenvattingDit verhaal spelt zich af in het Romeinse Rijk en is gebaseerd op fantasie en niet helemaal historisch correct. Ik wou toch vermelden dat het vrijlaten van een slaaf, vooral dan in het latere rijk, soms als resultazat had dat de vrijgelaten slaaf zijn oudste zoon als slaaf aan zijn oude meester moest geven wanneer die een bepaalde leeftijd bereikt had, meestal wel wat jonger dan deze in dit verhaal.(Dutch translation of A Roman Holiday).
Publ. Jan-Apr 1999 (ASSGM); vertaling hier vanaf Jun 2009
![]() ![]() |
PersonenMarcus (10 j), zijn vader Corax, en hun tijdelijke slaaf Gaius/Pisculus (9 j)Category & Story codesBoy-Slave story/antiquityMb – Mdom anal oral – humil spank tort (Explanation) |
Waarschuwing & DisclaimerDit verhaal vertelt details over seks tussen mannen, tieners en jongens. Als je dit wansmakelijk vindt, of als je te jong bent, waar je ook woont, stop dan nu met lezen en wis deze tekst. Het geheel is volledig verzonnen, de auteur keurt de dingen die er in plaats vinden niet goed of moedigt ze ook niet aan. |
Noot van de AuteurOpmerkingen en commentaar aan de auteur (in het Engels) mogen verstuurd worden via het feedback form, Vermeld a.u.b. Zelamir - Romeinse Vakantie in het onderwerp. |
Noot van de VertalerReacties op de tekst kunnen de vertaler aanzetten om nog meer teksten voor zijn rekening te nemen. (jantjep(at)hushmail(dot)com) of via het feedback form, vermeld a.u.b. de titel in het onderwerp. |
Hoofdstuk 1Julius Gaius voelde zich onteerd en vol verveling. Onteerd omdat elk beschaafd menselijk wezen dat verplicht werd om in een afgeleefde villa te gaan wonen, in een vochtige koude kolonie in de verste hoek van het Romeinse Rijk, verveeld zou zijn. Vol verveling omdat het enige wat hij gedaan had, was zich te bezatten en dan uit te kramen wat iedereen wist, maar niet durfde te zeggen, de onverzadigbare liefde van de keizerin voor de wagenmenner. Hij had ook schulden, maar hij was er zeker van dat als hij geen problemen zou gehad hebben met het Keizerlijk hof, hij de schuldeisers wel voor altijd met hun rug tegen de muur had kunnen zetten. Hoe dan ook, nu het bekend was dat zijn keizerlijke bescherming veranderd was in keizerlijke vijandigheid, zijn gladde geldleners, die enkele dagen voordien voor hem kropen en hem geld leenden, eisten nu een volledige en onmiddellijke terugbetaling.Dan, net toen hij eraan dacht om er een einde aan te maken, kwam er een bericht van de Keizer. Als hij naar een oud familielandgoed wilde gaan in Brittannië en daar zou blijven, dan zou hij een regeling treffen met zijn crediteuren en hem vergeten. Hij had geen keuze en de keizer had zijn woord gehouden, maar de regeling die getroffen werd, was hard en vernederend. Het maakte van hem in feite de rentmeester van de schuldeisers, of beter nog, de marionet van de rentmeesters van zijn schuldeisers. Hij kende niets van het beheren van land, of van mijnen of zaken doen. Waarschijnlijk zouden zijn schuldeisers hem ook niet vertrouwd hebben als dat wel zo was Daarom stuurden ze een man mee die hem zou begeleiden en die zich ervan zou verzekeren dat de verschillende daden en contracten zouden uitgevoerd worden volgens het advies van die man. Het zou beter geweest zijn, dacht Julius, dat hij verplicht zou zijn geweest, al de eigendommen over te laten aan Cinnamus, een kandidaat van zijn schuldeisers, in ruil voor een kleine toelage, waarvan hij en zijn vrouw Olivia en hun zoontje hadden kunnen van leven. Het zou beter overeengekomen zijn met de situatie en het zou hem de vernedering bespaard hebben van deze hele poppenkast. Hij had beter zijn vrouw en zoon in Rome achtergelaten. Hij had dit voorgesteld aan de boodschapper van de keizer, maar de man had gewoon gelachen en hem gezegd dat het niet de bedoeling was dat hij van zijn verbanning zou genieten. Nu moest hij doorgaan met deze ceremonie met de blonde reus van een kerel die aan zijn voeten knielde. Het had iets te maken met het geven van zijn vrijheid om de oesterbedden te kunnen uitbaten die deel uitmaakten van zijn landgoed, in ruil voor een geldsom. Cinnamus had het hem proberen uit te leggen. Het was een efficiënte manier om zijn goederen te beheren, een stimulans voor de andere slaven op het landgoed, dat ze konden hopen op vrijheid als ze maar hard genoeg werkten. Ze verloren er geen slaaf mee, omdat de afspraak inhield dat de man zijn oudste zoon zou schenken, op de leeftijd van 13 jaar, als slaaf in de plaats van zijn vader. Julius had de opmerking gemaakt dat de beste stimulans voor een slaaf de angst was voor zweepslagen over zijn naakte schouders. En dan die oudste zoon, die was zelfs nog niet geboren. Hij was nog maar een bultje in de buik van de slet waarmee de man leefde en het had net zo goed een meisje kunnen zijn of een miskraam. En waarom namen ze hem niet op 10-jarige leeftijd. De knaap, als hij op zijn vader zou lijken, zou de lelijkheid zelve zijn. Maar hij wist dat zijn mening niet telde en deed wat hem gezegd werd. Hij had geen keuze. Cinnamus fluisterde iets in zijn oor. Gehoorzaam nam hij de handen van de knielende man in de zijne. Ze voelden ruw en hard aan. Hij veronderstelde dat je zo'n handen kreeg als je hard moest werken. Hij huiverde bij de gedachte. Hij herhaalde de woorden die Cinnamus er had ingedrild die ochtend over het vrij zijn. Zonder de ex-slaaf nog te bekijken of nog een woord te zeggen verliet hij de kamer. Corax wachtte tot hij de deur hoorde dichtslaan achter de man en sprong dan recht. "Het had gracieuzer gedaan kunnen zijn," merkte hij op met een boze glimlach. Zijn stem was ruw, maar hard en beslist. "Het is niet gemakkelijk voor hem," antwoordde Cinnamus. Hij vroeg zich af waarom hij de arrogante idioot, die zijn vermeende werkgever was, verdedigde. Je hebt nu toch wat je wou." "En ik zou het al vijf jaar eerder gehad hebben als zijn vader, die honderd keer meer waard was als hij, niet gestorven was." "Was jij een van de favorieten van zijn vader?" "Ja, dat was ik. Je zou het nu niet meer zeggen, maar ik was een mooi jongetje en jullie Romeinen vallen voor de onschuldige blonde look. Ik hield hem gezelschap in bed als hij niet bij zijn vrouw was tot ik me begon te scheren, en zelfs daarna hield hij me nog. Dan heb ik heel wat van de wereld gezien. Genoeg om te zien hoeveel mogelijkheden jullie Romeinen gecreëerd hebben om geld te verdienen en hoe dom jullie zijn om niet alles voor jullie zelf te houden. Ik heb het dikwijls met hem besproken en uiteindelijk zag hij de dingen zoals ik ze zag. We wilden onze ideeën in de praktijk omzetten, zijn kapitaal en mijn energie en gedrevenheid, Niet dat hij ook niet gedreven was. "Wel, nu is het mijn kapitaal." zei Cinnamus. "En je zal er goed voor betaald worden. Achtenveertig procent en de helft van de opbrengst. Ik klaag niet, er zal genoeg geld zijn voor ons beiden na de eerste reis." "Als het lukt 3;," wierp Cinnamus ertussen. "Het is een risico, de galei moet erdoor geraken, hij zal erdoor geraken. Daar zal ik voor zorgen." "Ben je er zeker van dat het zal opbrengen?" "Natuurlijk. Dat bedoelde ik toen ik zei dat jullie Romeinen idioten zijn 3; Jullie zien niet welke handelsmogelijkheden jullie hebben in het rijk dat jullie opgebouwd hebben. Elk stuk van het Rijk heeft wel iets in overvloed wat ergens anders schaars is. Deze oesters in Colchelster en over de hele kust zijn goedkoop en in overvloed. In Rome zijn ze schaars en duur. Wat zal mijn grote meester Julius Gaius Cornelius doen als hij hier komt? Zichzelf ermee overladen en na een week komen klagen dat hij altijd oesters moet eten. Hij denkt er niet aan om ze op te slaan in tonnetjes zout water en hen naar Rome te brengen om ze te verkopen voor tien sestertiën per dozijn. Hier kost dat maar een enkel kopermuntje. "En in Rome is er wijn, olijfolie, fijn porselein en standbeelden dat de rijke provincialen voor veel geld zullen kopen om te tonen hoe geraffineerd en bereisd ze wel zijn. "Bij elke reis zullen we een goede beurt maken. Er zijn risico's met die ene galei nu, maar als het slaagt hebben we genoeg geld om er zes te financieren. Dan is alle risico verdwenen. Als er twee doorheen zijn, zijn we door de kosten. Met drie maken we veel winst. Met zes is ons fortuin gemaakt en dat is het waar we het voor doen." Cinnamus keek de man aan die zonet geknield had voor de voeten van een losbandige Romeinse aristocraat. Hij stond recht nu, zijn lichaam vol energie en vastbeslotenheid, zijn gezicht glansde van enthousiasme. Hoe frustrerend moest deze man, met al zijn ambitie en verbeelding, de jaren van slavernij gevonden hebben. "Ik geloof," zei hij traag, "dat het zal lukken." "En ik zal er op toezien dat dit gebeurt," zei Corax en zonder nog iets te zeggen ging hij naar buiten. Toen hij in de tuin van de villa keek, zag Cinnamus Corax naar een vrouw wandelen, die op een hoop stenen zat, naast de weg, met naast haar een zak. De grote blonde sprak met de vrouw. Hij stak zijn handen naar haar uit en hielp haar recht. Hij zwaaide de zak op zijn rug en zei iets tot haar. Cinnamus zag dat ze nog vrij jong was, maar het harde werk had haar uitgemergeld en getekend. De voorkant van haar gescheurde kleed hing over het ongeboren kind dat ze droeg. Het gezicht van Corax werd vriendelijker toen hij tot een vrouw sprak die niet meer was dan een gewone slavin. De rentmeester ging terug naar zijn werkkamer om aan zijn rekeningen te werken. Hij kon het begrijpen. "Laat ons hier weggaan," zei Corax. "Jij zal hier niet terugkomen voor je de gelijke zal zijn van je meesteres." "Ik moet al genoeg achterlaten," antwoordde de vrouw somber. "Waar ik me nu zorgen over maak is dat we zo lang gescheiden zullen zijn en dat het kind dat ik draag, als het een jongen is, de slaaf van Julius zal worden." Ik ga een fortuin verdienen zodat ons kind nooit een slaaf zal moeten zijn. Ik zal zijn rechten uitkopen en hem vrij kopen." "Als je avontuur lukt." zei de vrouw stilletjes. "Dat zal zo zijn. Het was een Romeins grapje om je Fortuna te noemen bij je geboorte als slaaf, maar nu gaan we bewijzen hoe goed gekozen je naam wel is." Fortuna was inderdaad een goede naam, behalve voor een ding. Toen Corax enkele maanden terug kwam met het begin van het fortuin waar hij later zo beroemd voor zou worden, vond hij een zoon, maar geen vrouw meer. Fortuna was bij de geboorte gestorven. Corax bleef twee dagen alleen in de hut, waar hij haar achtergelaten had en waar ze gestorven was, zonder iemand te zien. Op de derde dag was hij er terug, gaf het bevel om de hut met de grond gelijk te maken en ging hij naar Cinnamus. Hij was het, die toen hij hoorde over de dood van de vrouw, een slaaf had gestuurd om het kind op te pikken, dat anders van honger zou omgekomen zijn naast het lichaam van zijn dode moeder. Corax zei hem hier niets van, maar presenteerde hem de rekening van de reis en betaalde hem het geld dat hij hem schuldig was. Dan deed hem een offer dat hij niet kon weigeren in verband met een oppas voor zijn zoon. Hij bedankte Cinnamus nooit voor het verzorgen van zijn kind, maar Cinnamus merkte dat hij van dan af nooit verlies leed bij de zaken die hij met Corax deed. Toen Corax zijn tweede reis naar Rome ondernam, gingen de baby, Marcus genoemd, en de oppas met hem mee. De zaken van Corax floreerden en groeiden. Zijn ene galei werd een vloot. Zijn schepen dreven handel over de ganse Middellandse Zee. In het Oosten vaarden ze door de Bosforus om de Zwarte Zee te bereiken. In het westen doorstonden ze enkele Atlantische stormen en bereikten ze de westkust van Spanje en Gallië tot aan Brittannië en verder. De vrachten waren van allerlei aard. Het enige wat voor hem gold was dat hij dingen kocht waar ze goedkoop waren en verkocht waar ze duur waren. Wolfshonden van Ierland, beren uit Schotland voor het Romeinse Circus, tin en goud uit Brittannië, graan, wijn, olijfolie, olie uit Spanje en Gallië, specerijen en zijde uit het Oosten, slaven uit de grote markten van Noord-Afrika en Klein-Azië. Hij en zijn schepen dreven handel in alles en nog wat. Zijn rijkdom was weldra zo groot dat hij zelf niet meer moest meereizen. Hij kocht voor zichzelf een prachtige villa in Rome. Hij vond hem een andere vrouw, Philomela, de dochter van een ridder. Zijn grote rijkdom was een excuus voor zijn geringe afkomst. Hij had die afkomst niet trachten te verbergen. Zijn slavennaam, Corax, droeg hij met trots. Philomela gaf hem een zoon Lucius en een dochter, Thalia, maar zijn bezoeken aan Rome waren zeldzaam. Na vier jaar keerde de oppas terug naar haar geboortedorp, vrij en rijk naar de standaard van haar volk. Zijn zoon Marcus, van zijn eerste vrouw, bleef bij hem. De jongen zag veel van de wereld, enkele van de vele schoonheden en wonderen zoals het vreemde groene noorderlicht en de grote walvissen van de Westzee; enkele vreselijk uitziende piraten, op kruisen genageld op de kust van Kreta of de grote opslagplaats van menselijke miserie Smyrna, waar dagelijks duizenden slaven verhandeld werden als vee. Toen Marcus tien jaar was waren de zaken van Corax zo complex dat hij besloot dat hij het zich niet langer kon veroorloven om zelf te reizen. Het was ook tijd dat de jongen wat onderwijs kreeg. Hij kon zeilen en zwemmen en paardrijden en zo zijn kracht het aankon, worstelen en speerwerpen. Hij kon lezen en schrijven wat eenvoudig rekenen, maar Corax voelde aan dat, als hij van betekenis wou zijn in de Romeinse wereld, hij ook retorica en wetgeving moest kennen, en misschien ook wel wat goede manieren. Corax vertelde Marcus hierover bij het ontbijt van de dag dat hij Cinnamus moest ontmoeten. Hij had de schulden van Julius Gaius Cornelius afgekocht van zijn crediteuren, met een stevige rente, en bij deze transactie werd Cinnamus in feite de rentmeester van de landgoederen van Cornelius. Hij vertrouwde Cinnamus, voor zover hij iemand kon vertrouwen, en legde hem zelden iets in de weg. Hij was echter in Brittannië voor andere zaken en bedacht dat hij een bezoek zou brengen aan de plaats waar hij met zijn fortuin begonnen was, voor hij terug naar Rome zou reizen. Hij gaf zijn reizend leven niet zo graag op. Hij keek er niet naar uit om zich permanent in Rome te vestigen. Hij voelde dat Marcus er hetzelfde over dacht. Welke gezonde jongen zou een leven vol opwinding en vrijheid willen opgeven voor de saaiheid van een Romeinse school. Niet dat de jongen tegensputterde. Hij wist wel beter. Hij werd gewoon heel stil. Hij had wel geroepen toen hij de pony kreeg die zijn vader voor hem gekocht had toen hij het hem het nieuws melde. Hij reed nu naast Corax en probeerde met zijn pony, die hij Pegassus genoemd had, de tred van zijn paard bij te houden. Hij had al zijn kracht nodig om de hevige pony tegen te houden en het zwaardere paard van zijn vader niet ver achter zich te laten. Pegassus steigerde en danste op een manier die een oudere ruiter zou geïrriteerd hebben, maar Marcus vond het opwindend en prettig om gewoon even onder de hoede van zijn vader uit te zijn. Ze kwamen aan een brug over de Stour. Corax zette zich recht in het zadel en keek rond. Achter hem op de heuvel bij Colchester domineerde de grote tempel van Hadrian met zijn blinkende witte zuilen het landschap, een symbool van de macht van Rome. Voor hen leidde de kasseiweg bijna recht naar het noorden, naar Norwich. Onder de brug stroomde het water van de Stour wild door het tij en de hevige recente regen. Hij zag dat de oude bedding van de Stour, op de noordelijke oever, die naar de open zee liep, nog open was. "Marcus," zei hij, "Ik heb nog zaken te doen. Volg jij de bedding van de rivier. Volg hem ongeveer 5 mijl (8 km) tot je een weg tegenkomt naar het binnenland. Die volg je tot je bij een villa komt. Vraag naar de rentmeester Cinnamus. Ik kom bij jullie als mijn zaken klaar zijn." Dit moest hem geen tweede maal gezegd worden. In enkele tellen waren hij en zijn pony op weg langs de helling naar de oude bedding van de rivier. Pegassus had maar een tikje van de benen van Marcus nodig om in een rustige galop de weg te volgen. Corax bleef even op zijn paard kijken hoe de jongen wegreed, zijn korte witte tuniek waaide op tot aan zijn middel door wind, zijn sterke bruine benen omklemden de zwarte flanken van zijn pony, zijn blonde haren glinsterden in de ochtendzon. Even, heel even veranderde de gebruikelijke ernst op zijn gezicht in rust.
***
Marcus vergat snel zijn zorgen over Rome en de school terwijl hij langs de oever van de rivier galoppeerde, groene velden aan de ene kant en het snelstromende, bruine water van de rivier aan de andere kant. Het was een prachtige vroege zomerdag. Leeuweriken vlogen door de blauwe lucht bezaaid met kleine witte wolkjes. De hitte van de zon werd getemperd door een koele bries uit het westen. Pegassus was alles waar hij op gehoopt had. Hij keek over zijn schouder en zag dat zijn vader niet meer in zicht was. Hij spoorde de pony aan tot snelle galop. Hij had niet veel aansporing nodig. Hij verdreef de gedachten aan de Romeinse school en het leven in het huis samen met zijn stiefmoeder, een feeks in zijn ogen en de ogen van vele anderen. In een bocht zag hij een bootje stuurloos in het midden van de rivier drijven. Hij liet zijn pony vertragen en galoppeerde traag naast het bootje. In het bootje zat een donkerharig jongetje, enkele jaren jonger dan hijzelf, gekleed in een versleten tuniek. Een slavenjongen, dacht Marcus, alleszins een favoriet van zijn meester, gezien zijn lange haren. Het bootje draaide oncontroleerbaar in het water, de jongen ploegde wanhopig met zijn enige roeispaan in het water. Een ramp was niet ver weg, dacht Marcus. Op dat moment werd het bootje gegrepen door een watervloed en werd het hard op de oever geworpen. Het bootje lag zijdelings op een half begraven boomstronk. De jongen panikeerde, stond recht op de bank en probeerde het bootje los te krijgen. Het bootje ging omhoog en rolde omver. Even dacht Marcus dat het jongetje onder de boot gevangen zat. Dan zag hij de donkere haren van het kereltje enkele meters verder stroomafwaarts. De jongen werd nog eens tegen de oever gegooid. Hij had de roeispaan losgelaten. Op de oever stond een boom met de takken over het water van de gezwollen rivier. De jongen greep een van de takken en hield zich wanhopig vast. Hij lag zowat vijf meter van de kant en de stroom trok hevig aan hem. Marcus zat op Pegassus te kijken. Het was even spannend als de wilde dieren in het circus. Beter zelfs, want de jongen was mooier. Marcus begon net zulke dingen op te merken, keek naar de criminelen die daar pijn leden. Hij was niet van plan om zijn leven te wagen om die slaaf te redden. Wat baatte het? Als de jongen gered werd zag hij op tegen een leven hard labeur eenmaal zijn schoonheid verdwenen was, als hij al de afranseling zou overleven voor het verlies van de boot, die wellicht meer zou kosten om te vervangen dan hijzelf. Een boomstronk dreef in de richting van de jongen. Hij keek er met verwilderde ogen naar. "Help me. Help me, alsjeblieft." riep hij naar Marcus. De boomstronk raakte hem en hij moest de tak loslaten. Hij verdween in het turbulente water. Deze vijf woorden waren genoeg om Marcus duidelijk te maken dat het geen slavenjongen was, ondanks zijn schamele kleding en zijn benarde toestand, want hij sprak met een heel deftig Romeins patriciërsaccent. Marcus deed zijn riem uit en zijn witte tuniek. Hij trok zijn gouden armband uit, hij wist dat die zeer waardevol was en dat hij het risico niet mocht lopen om hem te verliezen. Hij schopte zijn sandalen uit en dook in de rivier. Hij was een goede zwemmer maar toen hij het geweld van de rivier voelde wist hij dat het een hele klus zou worden. Hij zag de jongen op zo'n dertig meter stroomafwaarts even boven water komen. Hij zwom er snel naartoe. De vloed had de knaap onder water getrokken en hij zwom er bijna overheen. Hij voelde zijn blote voet aan de tuniek van de knaap. Hij dook onder en greep de arm van het ventje. Hij trok zijn hoofd boven water. Hij was bewusteloos. Marcus vroeg zich af of hij niet dood was. Als hij er niet in slaagde om op de oever te komen zou het hun beider dood betekenen. Hij keek rond en zag een zandbank in de stroom. De vloed dreef er rond, maar als hij er in slaagde om in de buurt te komen, zou hij misschien met zijn voeten op de bodem komen en hen en de jongen uit het water kunnen sleuren.
Hoofdstuk 2"Zeg me eens," zei Cinnamus, "Hoe jong is Marcus nu?"Corax was geen gemakkelijk man om mee te praten, maar de rentmeester kon niet stil blijven zitten en hij had al altijd wat interesse gehad voor de jongen sinds Marcus de eerste maanden van zijn leven in zijn eigen huis had doorgebracht. "Hij maakt het goed, maar hij kijkt er niet naar uit om in Rome te gaan wonen." antwoordde Corax. Je hebt nog nets gedaan tegen die clausule in je overeenkomst. Je hebt nog drie jaar, geloof ik, voor die ten uitvoer komt." "Ik heb alles gedaan wat nodig is. De schulden van Julios Cornelius zijn al veel groter dan de waarde van zijn bezittingen. Als hij zo gek is om die provisie te doen gelden, en soms denk ik dat hij gek genoeg is, dan leg ik beslag op al zijn goederen, inclusief mijn zoon en hij en zijn familie zullen er berooid uitkomen." "Julius is een gekke, bittere man die te veel drinkt." antwoordde Cinnamus. "En ik denk dat dit ook geld voor zijn vrouw en zijn oudste zoon, buiten het drinken dan." "Is er nog een andere jongen?" vroeg Corax. "Ja, Gaius, geboren een jaar of wat, nadat Julius verbannen werd. Hij is 9 jaar oud. Ik zou je willen spreken over hem." Corax zei niets tegen Cinnamus. Na een pauze ging hij verder. "Het is geen slechte jongen, maar de sfeer is hier vergiftigd. Als hij hier blijft wordt hij zo slecht als de anderen. Hij heeft familie in Rome en ik weet dat ze hem op willen nemen en voor hem zorgen om hem een kans te geven in de grote wereld." "Ik dacht dat Julius en zijn familie voor altijd verbannen waren uit Rome." "Dat is zo, maar niemand zal zich iets aantrekken van een 9-jarig jongetje als hij in Rome is. Ze zullen trachten hem tegen te houden om er te geraken, maar eenmaal hij er is 3; Er is nu zelfs een andere keizer, dan diegene die hem verbannen heeft. De meeste weerstand zal uit Brittannië komen. Julius is er in geslaagd om de legaat en de procurator van streek te maken." "Er zijn twee dingen," zei Corax koudweg, "die ik niet begrijp. Waarom zou ik mij hiermee bemoeien? Hoe krijgen we de jongen, als ik het toch doe, uit Brittannië zonder dat de autoriteiten ons zullen tegen houden." "Je krijgt de kans om de jongen iets van zijn leven te laten maken en het kost je niets om hem die kans te geven." "En hoe doe ik dat?" "Hij zal meereizen verkleed als slaaf. Jij hebt een reputatie en er zal niemand iets vermoeden als je van een van je zakenrelaties terugkeert met een mooi jongensslaafje dat je gekocht hebt." "Zoals je zegt, ik heb een reputatie en ik ben er niet beschaamd voor. Jongetjes voor het plezier en vrouwen voor de plicht zoals men zegt. Maar ik kan geen vrij jongensbloed verplichten. Waarom zou ik?" Cinnamus zuchtte en hoopte dit argument te vermijden. "Jij hebt een schuld tegenover mij." "Juist. Als jij er niet was, zou Marcus al gestorven zijn. Ik zal de jongen mee naar Rome nemen, maar ik doe het voor jou, Cinnamus, voor niets anders, zeker niet om een kind van Julius Cornelius te helpen." "Weet de jongen dat hij als slaaf zal reizen en is hij er mee akkoord?" "Hij weet het niet, maar hij heeft geen keuze." "Hij moet het weten voor we vertrekken, en hij moet ermee akkoord gaan. Het zal voor em niet gemakkelijk zijn. Als zijn vermomming geloofbaar moet zijn, zal hij zich ten allen tijde als slaaf moeten gedragen, en niet alleen als hij denkt da er mensen naar hem kijken. Hij zal alleen de dienst in mijn bed niet moeten doen. Waar is mijn jongetje nu?"
***
Marcus voelde de zandbank onder zijn hielen. De vloed trok aan zijn benen terwijl hij achteruit op de zandbank kroop en hij zichzelf en de andere jongen uit het water hees. Eenmaal op het droge zakte hij door zijn knieën. Terwijl hij zich herstelde keek hij naar het jongetje dat onbeweeglijk op zijn rug lag op de steentjes. Hij vroeg zich af of hij dood was. Hij kroop naar hem toe en trok de tuniek op tot over zijn schouders. De kracht van het water had het lendendoekje van de jongen, zodanig weggetrokken dat het los aan zijn kruis hing en hem helemaal naakt liet. Marcus legde zijn oor op zijn ribbenkast. Hij dacht hij heel flauwtjes de hartslag van de jongen hoorde. Hij rolde hem op zijn buik en knielde naast hem om op de zijkanten van zijn borstkas te duwen om de lucht in en uit zijn longen te pompen, zoals hij de zeelui had zien doen, een tweetal keren met mannen die ze uit de zee haalden. Toen hij bezig was bekeek Marcus de jongen. Hij merkte dat er sneetjes waren op de schenen en de knieën van de knaap, maar niet meer dan bij andere jongens tijdens hun dagelijkse avonturen. Er waren ook blauwe plekken op zijn zij en zijn rug, maar die had hij zonder twijfel opgelopen in de rivier. Zijn magere schouders en de gladde, strakke welvingen van zijn billetjes vertoonden geen striemen van een stok of een zweep. Hij voelde aan dat dit geen slaafje was maar een vrije jongen, arm misschien, te zien aan zijn kleren, maar vrij geboren. Er kwam water uit de jongen zijn mond en zijn neusgaten. Hij begon te hoesten, draaide zich om en probeerde recht te gaan zitten. Marcus legde een arm rond zijn schouders om hem te helpen en de jongen gaf over op zijn borst. "Sorry," zei de jongen en hij begon te beven. "Dat is niets." antwoordde Marcus. "Kan je alleen blijven zitten? Ik moet dit goedje opkuisen. We moeten je uit die kleren helpen. Ze zijn doornat en misschien zal de zon je opwarmen." De jongen tilde zijn armen op en Marcus trok de tuniek over zijn hoofd. Nu zag hij dat een vies kledingstuk was dat eens donkerblauw was en nu was gebleekt. Hij klauterde de oever af, stroomafwaarts, waar de stroming minder sterk was en veegde de spuug van zijn borst en zijn billen, met zijn eigen lendendoekje, dat ook doornat was. Hij spoelde het uit en kroop terug de oever op. De jongen had zijn lendendoekje ook uitgetrokken en zat nu naakt, met zijn hoofd op zijn knieën. "Ik ga mijn spullen halen." zei Marcus. "Blijf hier, ik ben direct terug." "Ik kom met je mee," zei de jongen. Hij stond wankelend recht en viel terug neer op zijn blote kont. "Jij blijft waar je bent." zei Marcus lachend. Pegassus was niet ver weg. Marcus raapte zijn kleren op en de pony kwam naar hem toe van de plaats waar hij aan het grazen was. Hij deed zijn gouden armband terug aan en nam de teugels waar hij ze had vastgeknoopt achter het hoofd van de pony. Met zijn tuniek in zijn hand gingen ze samen naar de jongen toe. "Sta op." zei hij. "Ik droog je af met mijn tuniek." "Hoe heet je?" vroeg hij, toen hij zijn rug afdroogde. "Ik heet Marcus." "Gaius. Wat is er met de boot gebeurd?" "Ik zag hem net in de richting van de zee drijven." "Ik moet hem te pakken krijgen voor ik naar huis ga. Hij is van mijn broer en ik mocht hem niet gebruiken." "Wel," antwoordde Marcus, terwijl hij zich voorzichtig bezig hield met Gaius' billen. "Als je hem niet mocht nemen, dan verdien je een pak rammel. Maar niet vandaag. Hij moet je eerst laten bekomen. Je was bijna verdronken." "Jij kent mijn broer niet. Hij neemt elke kans die hij krijgt. Meestal zorgt mijn moeder ervoor dat hij me niet krijgt, maar ze zal hem niet kunnen tegenhouden deze keer." "Dat zullen we wel zien." zei Marcus. Hij wou de jongere knaap beschermen. "Ik zal je in elk geval thuis brengen. Je kleren zijn te nat om aan te trekken. Ik help je op de pony, dan kan je voor me zitten." "Is dit jou pony?" vroeg Gaius toen hij voor Marcus zat, op de rug van Pegassus. "Je moet wel rijk zijn. We waren ooit ook rijk, maar we zijn al ons geld kwijt. Alles behoort nu aan een ex-slaaf van ons, Corax genaamd. Hij heeft heel veel geld." "Mijn vader." zei Marcus lachend. "Oh, het spijt me." "Waarom?" "Omdat ik hem een ex-slaaf noemde." "Wel, dat was hij, en het is niet wat je was dat belangrijk is, maar wat je bent." Marcus verstevigde zijn greep rond het middel van Gaius en gaf hem een knuffel om hem te tonen dat hij niet kwaad was. "Ik ben blij dat je mijn leven gered hebt," zei Gaius en hij duwde zijn blote billen stevig tegen Marcus zijn kruis. "Wel, ik ben blij dat je niet verdronken bent," antwoordde Marcus. Hij besefte dat hij een stijve kreeg, iets wat hem steeds vaker overkwam. Hij hoopte dat het jongetje het niet zou merken, alhoewel dat niet waarschijnlijk was, met zijn kontje zo dicht op hem geduwd. "Nee, ik bedoel dat ik blij ben dat jij me gered hebt en niemand anders." drong Gaius aan. Als hij iets merkte van de opwinding van Marcus, hij liet het niet merken. "Kijk, daar staat onze villa. Ik wed dat mijn broer me van de zweep zal geven. Hij doet graag iemand pijn. Hij slaat de slavenjongens altijd." "Slavenjongens zijn anders." zei Marcus ernstig. "Ze verwachten het om geslagen te worden. Dat is anders bij vrije jongens, zoals jij en ik." Met deze gedachte reed hij het binnenplein van de villa op. Een goed gebouwde, zwartharige jongen zat op een stenen muurtje, rond de centrale bron. "Mijn broer, Titus," zei Gaius zenuwachtig toen de jongeman opstond en naar hen toe stapte, met een zweep in zijn rechterhand. "Wat heb je met mijn boot gedaan?" zei Titus met een woedende stem. "H 3; hij 3; i 3; is," "Kom daar af, jij stelende vlegel 3; Ik zal je leren dingen van mij te stelen." "Titus greep zijn broer bij de enkel en trok. De jongen tuimelde op de grond. Gaius rolde op zijn buik en trachtte recht te staan. Titus stapte achteruit, haalde uit met de zweep en raakte hem tussen de schouders, wat hem terug op zijn knieën deed belanden. Gaius schreeuwde en de zweep kwam een tweede maal neer, deze keer op zijn achterste. Marcus schreeuwde en probeerde af te stijgen, maar de pony, gealarmeerd door de fluitende zweep naast zich draaide zich om en haalde uit met zijn twee achterste benen. Zijn beide hoeven troffen Titus op de borst en duwden hem achteruit. Marcus probeerde de pony te bedaren en draaide zich met zijn gezicht naar het gebeuren. Toen Titus terug recht strompelde, stapte Pegassus achteruit en haalde hij uit met zijn voorbenen. Marcus zag de angst op zijn gezicht, trok aan de teugels en probeerde hem doen achteruit te gaan. Titus' zenuwen begaven het. Hij draaide zich om en rende weg. "Arma virumque cano (ik zing over de man en zijn wapens)" zei een mannenstem. "Marcus, ik ben Cinnamus, de laatste keer dat ik je zag was negen jaar geleden. Geef je pony aan een slaaf. Je vader wil je spreken, en jij ook Gaius. Kom met me mee." "Mag ik me eerst aankleden?" vroeg Gaius. "Neen, kom aan. Het was een grote overwinning, maar een wijze generaal weet wanneer hij zich terug moet trekken, alsook wanneer hij moet aanvallen. Je broer zal zijn moed weldra terugvinden en je kan beter weg zijn voor hij hier terug is." Cinnamus bracht de jongens naar zijn studeerkamer. "Dit," zei hij terwijl hij ging zitten achter een desk in zijn studeerkamer, "is de jongens waar ik je over gesproken heb, Corax. Gaius, de jongste zoon van ons beider rentmeester Lucius Cornelius. Corax keek op vanuit de stoel waarop hij zat en staarde koud naar de jongen. Hij zei niets en Gaius, zich bewust van zijn naaktheid, bewoog zich ongemakkelijk bij die starre inspectie. "Gaius, je weet dat je hier beter weggaat. Corax is akkoord om je mee te nemen naar Rome. "Naar Rome," zei Gaius en zijn wriemelende blote voeten verraadden zijn opwinding. "Maar 3; maar, vader zegt toch altijd dat we verbannen zijn en dat we hier niet weg kunnen. Hij zegt het keer op keer. Saai 3;" "Zorg dat ik niet meer hoor dat je je vader bekritiseert jongen," zei Corax streng, wat de glimlach van Gaius' gezicht veegde. "Als je met me meekomt, zal dat zijn als slaaf. En het zal geen toneelspel zijn. Van het moment dat we vertrekken, tot het ogenblik dat ik je overhandig aan je familieleden in Rome, zal je een slaaf zijn. Je zal eruit zien als een slaaf, doen als een slaaf, spreken als een slaaf en denken als een slaaf en, " zei hij stiller om wat hij zei nog te accentueren, "je zal behandeld worden als een slaaf. Dat geeft de enige kans op slagen. Als je het speelt worden we gevat. Wil je nog steeds mee?" "Ja, ja, alsjeblieft," zei Gaius zonder aarzelen en dan voegde hij eraan toe: "Kan ik alsjeblieft de slaaf van Marcus zijn?" De twee mannen lachten. "Dat is geen slecht idee, maar ik denk niet dat dit gemakkelijker voor je zal zijn. Als je de slaaf van Marcus wordt dan mag hij een naam kiezen. We kunnen moeilijk een slavenjongen een deftige Romeinse naam geven zoals Gaius. Hoe wil je hem noemen, Marcus?" Marcus twijfelde even, dacht na en zei: "Pisclus vader, omdat hij mager is en ik hem uit de rivier gehaald heb. (Pisclus is de verkorting van pisciculus wat visje betekent, het verkleinwoord van pisces met als uitgang -ulus. De uitgang -ulus heeft ook een minachtende betekenis, wat wil zeggen dat de vis niet alleen klein is, maar ook mager, onbelangrijk enz 3; Pisciculus werd ook gebruikt om jongens te beschrijven die Tiberius in Capri gebruikte voor zijn vermaak. Zij hadden geleerd om tussen zijn benen te zwemmen en zijn edele delen te kussen wanneer hij een bad nam. De volwassenen en ook de kinderen wisten dit.) "Goed, Pisclus wordt het dan. Zeg me wat er gebeurt met een slaaf die lui is of traag of dom." "Hij wordt geslagen." zei Gaius stilletjes. "Ben jij al geslagen, Gaius?" "Soms, een keer of twee." "Ik zie dat je de zweep onlangs nog gevoeld hebt." "Ja, Titus heeft me ermee geslagen." "Goed zo, enkele striemen van zweepslagen op je lichaam doen je meer op een slaaf lijken. Ik ben er zeker van dat er nog een paar zullen bijkomen voor we in Rome toekomen. Wil je nog steeds meekomen?" "Ja, alsjeblieft." "Cinnamus, hoe wil je ons hier doen vertrekken?" "Er is een slaaf die kleren aan het inpakken is voor de jongens en een andere slaaf is een muildier aan het opzadelen. Als dat klaar is zal Gaius wegrijden om te doen alsof hij op zoek gaat naar de boot van Titus. Marcus zal met hem meegaan naar de rivier en daar zullen jullie elkaar ontmoeten aan de brug, Corax." "Gaius, voor je vertrekt moet je een briefje schrijven, waarin je zegt dat je besloten hebt om weg te lopen, omdat je schrik hebt om geslagen te worden door Titus. Ik zal dat briefje vanavond in je kamer vinden. Maar dan zal Gaius al lang veranderd zijn in een jklein slaafje." "Dat klinkt goed," zei Corax. "Ik heb een klein goedkoop tuniekje nodig voor Gaius, of moet ik zeggen Pisciculus, een slavenhalsband en een schaar om zijn haar af te knippen." "Je moet er ook nog een lederen riem bijvoegen." zei Corax, toen de twee jongens de kamer verlaten hadden.
Hoofdstuk 3De jongens spraken weinig op hun weg naar de rivieroever. Ze waren beiden in hun eigen gedachten verzonken.Marcus probeerde zijn eigen gevoelens op een rijtje te zetten. Het idee dat Gaius zijn slaafje zou worden, al was het maar voor een poosje, wond hem op. Dat betekende dat hij met hem kon doen wat hij wou. Hij herinnerde zich het opwindend gevoel toen de jongen zijn stevige romp in zijn schoot gepropt had, de gladheid van zijn huid, het aanraken van zijn jongensvlees. Hijzelf had een niet erg beschermende opvoeding gehad. In de krappe hutten van een vrachtboot is er weinig privacy. Hij wist dat mannen van jongens kunnen genieten. Hij had jongens gezien, deel uitmakend van de bemanning of cargoslaven, die dikwijls ongewild, naar zijn vaders hut gebracht werden. Wat er dan precies gebeurde wist hij niet, omdat hij dan nar het dek gestuurd werd, maar dikwijls hoorde hij door de wanden de jongens smeken, schreeuwen en snikken. Hij had jongens gezien die na een bezoek aan de hut nogal vreemd stapten, of naar buiten gedragen werden door een bemanningslid, met bloed op de binnenkant van hun dijen. Na zulke incidenten werd zijn vader een tijdje rustiger, meer relax. Hij wist dat hij ook aantrekkelijk was voor mannen. Hij had gevoeld hoe de ogen van de mannen op hem gericht waren, maar de bemanningsleden durfden de zoon van Corax niet aanraken. Eenmaal, in Lepcis Magna op de Noord-Afrikaanse kust, had een Berber zakenman zijn vader 500 sestertiën geboden voor de jongen, of 50 voor een nacht. Tot zijn opluchting had zijn vader gelachen en gezegd dat zelfs voor hem sommige dingen niet te koop waren. Meer en meer voelde hij een vreemd gevoel in zijn lijf als hij een glimp opving van een andere jongen in de straat of op het dek van een ander schip. Later, als hij dan in zijn hut op de grond lag, in het donker, verbeeldde hij zich dat de jongen naast hem lag en zijn lulletje werd dan stijf en hij beleefde dan een nieuwe intense ervaring. En nu, als hij aan Gaius dacht voelde hij zijn lulletje prikkelen en begon hij op te zwellen. Hij was verward door zijn gevoelens voor het jongetje. Aan de ene kant wilde hij hem domineren. Hij wilde dat de knaap zich uitkleedde en aan zijn voeten wriemelend, angstig wachtte om van de zweep te krijgen. Maar tegelijkertijd wilde hij de knaap beschermen, hem in zijn armen houden om zijn tranen weg te vegen en hem te troosten. De gevoelens van Gaius waren minder ingewikkeld. Marcus had hem van de verdrinkingsdood gered en hem dan beschermd tegen de woede van Titus. Het idee dat hij de slaaf van Marcus zou worden wond hem op, maar maakte hem ook angstig. Hij wou zijn jongen zijn, maar hij wist dat hij dan zowel moest lijden als pret hebben. Hij was een jaar jonger dan Marcus en had zijn hele leven doorgebracht op het landgoed van zijn vader. Hij had een beschermende opvoeding gehad. Hij had echter gezien hoe zijn oudere broer de slaven behandelde. Hij had er blijkbaar plezier in om de zweep te gebruiken en soms had hij hen zelfs op andere manieren pijn gedaan, maar wat hij toen gedaan had, had Gaius niet gezien. Hij hoopte dat Marcus aardig met hem zou zijn. Hij was er zeker van, zei hij bij zichzelf, dat zelfs als Marcus zo gruwelijk was als zijn broer, hij het zou ondergaan en moedig zou zijn om het respect van de andere jongen te winnen. Toen Corax aan de brug over de Stour kwam, zag hij onder zich twee jongens die naast elkaar zaten in de schaduw van een es en naar het stromen van de bruine rivier keken. Ze hadden hun sandalen uit gedaan en plonsden met hun voeten in het water. Hij glimlachte grimmig. Dat moest stoppen, dacht hij. "Jongen," riep hij. "Jij daar, jongen," Beide jongens keken verschrikt op. "Pisciculus, jij luiwammes. Snel jongen, kom hier. Ik zal je leren lui te blijven zitten als je meerderen je roepen." Gaius was even zijn slavennaam vergeten en verwachtte niet op zo'n manier aangesproken te worden. Hij keek even rond om de slaaf te zoeken waar Corax naar riep. Dan herinnerde hij zich en sprong hij recht en klauterde hij barrevoets de oever op naar de man. Corax gleed uit het zadel en gooide de teugels naar de jongen. Blijf daar niet staan met je mond open, jij lummel," snauwde hij. "Breng het paard mee," en hij begon af te dalen naar de rivier. "Alles oké, Marcus?" groette hij zijn zoon heel wat vriendelijker. "Ja, dank je vader." "Je moet die jongen van je beter onder bedwang houden. Hem naast je laten zitten zoals daarnet. Hij zal boven je uitgroeien al je niet voorzichtig bent. Hij heeft een lesje nodig en dat zullen we hem nu geven." "Bind het paard ergens vast jongen en breng je luie karkas naar hier. Snel, breng het pak van op zijn rug naar me." Gaius bond snel de teugels rond de een struik en stapte naar Corax toe. De man nam het pak uit zijn handen. "Uitkleden." bevel de man. De jongen aarzelde. Plots had man een leren riem in zijn hand. Hij sloeg de jongen hard op de bovenkant van zijn dijen, net onder de zoom van zijn tuniek. Gaius gilde en sprong achteruit. "Kom terug," Corax wees naar een punt net voor hem. "Uitkleden." herhaalde Corax en hij sloeg de jongen opnieuw. Gaius had de tranen in de ogen. Dit was niet eerlijk. Men had hem niet gezegd dat het zo zou zijn. Men had hem moeten waarschuwen voor ze hem als slaaf zouden behandelen. Het was niet eerlijk om zo te beginnen en de twee striemen op zijn dijen brandden verschrikkelijk. Hij trok zijn tuniek over zijn hoofd en liet hem op de grond vallen. Hij frommelde aan de knoop van zijn lendendoekje en het viel op de grond rond zijn enkels. Hij stond naakt en bibberend voor Corax. Hij vocht tegen de tranen. Hij zou niet wenen. Niet in het bijzijn van Marcus. Hij zou Marcus tonen dat hij alles zou kunnen verdragen. "Dat is beter." zei de man koudweg. "Zo wil ik een slavenjongen zien. Je bent we wel een ellendig ding. Het is moeilijk te zien of je wel een jongen bent." "Wat zijn die dingetjes hier?" Hij tikte met de riem tegen Gaius' testikeltjes. "Geen ballen, meer erwtjes. Niet de moeite om te hebben. We kunnen ze even goed afsnijden, je hebt er toch niets aan. Wat denk jij Marcus, heb jij er al kleinere gezien?" "Ze zijn niet erg groot vader," zei Marcus ongemakkelijk. Hij vond dat de onbehaarde schoot van de jongen, zijn balletjes en zijn piemeltje eerder schattig waren. Hij wou het allemaal wel eens aanraken. "Niet erg groot! Ze zijn klein. Meer als balletjes van een muis als van een jongen." spotte Corax. Hij boog voorover en raapte de kleren en sandalen van Gaius op. Hij bond ze samen en gooide ze in de rivier voor de verschrikte ogen van de jongen. "Nee 3;" verrassing en schok wisten die woorden van protest van zijn lippen. "Wat zei je?" donderde Corax. "Jij arrogante lummel. Ik zal je leren om nee tegen me te zeggen. Ga naar die boom." Hij greep Gaius bij zijn nek en gooide hem tegen een boomstam. Zijn gezicht plofte tegen de boom, zijn hoofd sloeg terug en er druppelde bloed uit zijn neus en zijn mond. Ik ga niet wenen, dacht Gaius wanhopig, ik ga mezelf niet onteren door te wenen. "Handen boven je hoofd, jongen." beval Corax. "Hou die tak vast. Als je loslaat zal je straf opnieuw beginnen." "Goed Marcus," ging hij verder. "Hij is jouw slaaf. Gesel hem. Zes slagen. Het zouden er meer moeten zijn, maar hij moet vandaag kunnen stappen." Hij gaf de riem aan zijn zoon Marcus keek naar de andere jongen en aarzelde. Gaius leek zo hulpeloos en kwetsbaar met zijn armen boven zijn hoofd gestrekt. Zijn naakte lijf uitgerekt en wachtend op de slagen. "Komaan," snauwde zijn vader ongeduldig. "We hebben de hele dag niet." Marcus bracht de riem over zijn schouders en begon te zwaaien. Gaius die het geluid van de zwaaiende riem hoorde, spande zich op. De spieren in zijn billen en zijn schouders maakten zich klaar om pijn die ging komen op te vangen. Marcus bekeek zijn slag. De riem kletste over Gaius' naakte romp. Gaius hield zijn adem in. Voor hem klonk het als een lederen riem die op onbeschermd vlees sloeg. Het deed ook pijn. Het deed heel erg pijn maar hij dacht dat hij de zes slagen wel zou aankunnen, met wat geluk zonder wenen. Corax, die al gegeseld was en gegeseld had, wist wat er gebeurde. "Het is de bedoeling dat je de jongen slaat, Marcus," zei hij ongeduldig. "Je moet hem pijn doen en niet kietelen tot hij lacht. Geef me de riem." "Kijk nu. Ga een beetje achteruit, naar links, Je linkervoet een beetje aar voor. Nu pivoteer je vanuit je middel en zwaai je de riem over je linkerschouder. Met al je gewicht zwaai je de riem nu vooruit, zo hard je kan en volg je de slag. Als je zijn achterste wil geselen, moet je ongeveer een halve meter verder richten. Zo." Hij gooide de riep over zijn schouder en zwaaide hem dan zingend over Gaius weerloze romp. Het leer kletste scherp tegen het naakte vlees. Het lichaam van Gaius schokte toen de pijn door hem heen ging. De jongen snakte naar adem en hij slaakte een vreemd wurggeluid, half geschreeuw, half gekreun. "Nu kan je zien dat je slag pijn doet." zei Corax. "Dat hoor je aan het geluid dat de jongen maakt. Je ziet het aan de bewegingen van zijn lichaam en je hoort het vooral aan het geluid dat de riem maakt en de striemen die hij achterlaat op het vlees van de jongen. Kijk waar de laatste slag geland is. Wit en rood en stilaan veranderend in paars. Ik wil zo'n streep zien bij elke slag die jij geeft. Probeer het nu maar." Tegen zijn zin nam Marcus de zweep over van zijn vader. Hij volgde zijn instructies en knarsend met zijn tanden zette hij al zijn kracht achter de slag. Gaius hoorde het fluiten van de riem en spande zich opnieuw op. De riem sneed zich in zijn achterwerk. Hij kronkelde rond zijn heup en het tipje raakte hem op zijn testikels. De pijn was intens en deed hem op zijn knieën vallen. Hij rolde op zijn zij met zijn handen in zijn schoot. Even kon hij niet meer ademen en dan begon hij hulpeloos te jammeren. "Wel, dat is een nuttige les voor jou Marcus," zei Corax rustig. "Meet altijd de afstand voor je een slag geeft. Als je dat niet doet gebeurt er dit. Je wil misschien opzettelijk zo een slag geven, maar dan doe je dat niet per ongeluk." "Komaan jongen." zei hij, zich wendend tot Gaius. Hij porde hem wreed aan met punt van zijn schoen. "Genoeg van dat. Zet je terug in positie. Je moet nog zes slagen krijgen. De laatste telt niet mee. je hebt de tak los gelaten." Gaius duwde zichzelf pijnlijk recht. Hij huilde nu en al zijn trots was verdwenen. "Alsjeblieft meneer, alsjeblieft." smaakte hij hopeloos toen hij zich uitstrekte om de tak terug te grijpen. "Doe geen moeite jongen," snauwde Corax ongeduldig. "Je kan hier ook een lesje uit leren." Hij zette zijn hand op het smalle stuk van de rug van de jongen en duwde hem met zijn borst en de voorkant van zijn dijen tegen de ruwe schors van de boom. "Nu zal de boom je voorkant beschermen. Hou je hoofd tussen je armen om je gezicht te beschermen. Ik heb al slaven blind gemaakt, maar nooit per ongeluk." "Marcus, laat zien dat je je werk deftig doet. Zes slagen. Drie over zijn achterste en drie over zijn schouders." Marcus tilde de riem terug op. Het breken van Gaius weerstand en zijn afkeer voor huilende kinderen had zijn hart harder gemaakt. Medelijden was vervangen door minachting. Marcus keek naar het bevende lichaam van de jongen en zag niet Gaius, de jongen die hij van de verdrinkingsdood had gered, maar Pislus, de kleine slaaf een lesje moest krijgen. Zes keer zwaaide de riem over het naakte lichaam van de knaap terwijl hij schreeuwde en danste bij elke slag. "Goed gedaan." zei Corax als de laatste slag neerkwam en Pisclus zonk snikkend op zijn knieën. Zijn lijdensweg was eindelijk voorbij. Corax stapte vooruit met een schaar in zijn hand. Hij nam Pisclus' hoofd onder handen en lange lokken donker haar vielen op de grond naast de knielende jongen. Marcus hijgde van zijn inspanningen. Tot zijn verbazing voelde hij dat hij een erectie had. "Sta recht en trek dit aan." beval Corax. Hij haalde een korte blauwe tuniek boven en gooide hem naar Pisclus. De jongen klauterde recht. Hij wreef het snot en de tranen van zijn gezicht met de achterkant van zijn hand en trok snikkend de tuniek over zijn hoofd. Hij was zo kort dat hij net zijn kruis bedekte als hij recht stond. Als hij voorwaarts leunde of zich uitrekte, verschenen zijn blote billen. "Ga nu mijn paard halen. Ik wil niet nog meer tijd verliezen." Pisclus aarzelde even in de hoop dat hij van Corax een lendendoekje zou krijgen. Dan herinnerde hij zich hoe de slavenjongens van zijn leeftijd naakt aan het werk gezet werden op de velden van het huis waarvan hij wegvluchtte. Hij besefte dat hij nog geluk had dat hij de tuniek nog kreeg. Corax keek naar de jongen en glimlachte. "Ik denk dat hij zijn lesje aan het leren is." zei hij. Corax en Marcus stegen op en reden naar de oever die naar de brug leidde. Ze reden naast elkaar en kletsten wat. Pisclus volgde op het muisdier. Corax keek over zijn schouders en lachte. "Marcus," zei hij giechelend, "je hebt de brutaalste knaap als slaaf uitgekozen uit heel Brittannië. Sla hem van de rug van het muildier en zeg hem dat hij zelf benen heeft om hem te dragen. Het muisdier dient om mijn bezittingen te dragen die geen benen hebben." Enkele tellen later kroop Pisclus recht van de harde bodem van de weg en in zijn hoofd klingelde het nog van de slag die Marcus hem gegeven had. Vermoeid nam hij de teugels van het muisdier in zijn handen en ploeterde hij achter zijn meester. Hij pinkte zijn tranen weg toen hij probeerde te negeren, dat een wagenmenner die in de andere richting reed, met hem spotte. Het was een pijnlijke en vermoeide 9-jarige jongen die Colchester in strompelde toen de duisternis intrad. Oververhit en dorstig, zijn blote armen en benen bedekt met stof, was het alleen maar de angst van de zweep die hem op de been hield. De mensen in de straat hadden weinig aandacht voor hem toen hij achter de pony van zijn meester stapte. Uitgeputte en gekneusde slavenjongens waren gewoon in de stad. Niemand besteedde aandacht aan de kortgenipte, blootsvoetse kerel die het muildier van Corax begeleidde. Corax en Marcus draaiden een straat in de richting van een herberg. De herbergier kwam naar buiten om hen te begroeten. "Jullie kamers zijn klaar, Mijnheer." zei hij tot Corax. "Ik zal uw maaltijd onmiddellijk laten brengen." Corax steeg af en gaf de teugels van zijn paard aan Pisclus, samen met een zilveren muntstuk. "Breng de dieren naar de stallen en geef dat muntstuk aan die man. Maak jezelf dan proper en ga naar de keuken. Je kan helpen om het eten naar onze kamer te brengen." "Je hebt een jongen meegebracht?" zei de herbergier goedkeurend knikkend naar Pisclus. Hij boog voorover en tilde de voorkant van de tuniek van de jongen op om de onbehaarde schoot te zien. "Hoe oud ben jij, jongen?" Hij streelde zachtjes de balletjes en het piemeltje van de jongen. Pisclus was verlegen om op deze manier behandeld te worden, in een tuin met mensen van alle soort die voorbij kwamen. Hij bloosde en bewoog zich ongemakkelijk. Hij moest de drie dieren vasthouden en kon dus niets doen tegen het gepotel van de man. "Komaan jongen. Antwoord op de vraag." snauwde Corax. "Negen, mijnheer." mompelde hij. De man duwde zijn hand tussen zijn benen. Een van zijn vingers ging door de spleet van zijn kontje. "Strak kontje," merkte de man op. "Nog steeds jong vlees en jonge beenderen, plooibaar en snel hersteld." Hij trok zijn hand terug en kletste op de zijkant van de billen van Pisclus. "Goed, komaan jongen. Doe wat je meester zegt. Een man mag toch dromen, meen ik." Corax en de man lachten. Pisclus voelde dat hun ogen op hem gericht waren toen hij de paarden door de tuin naar de stallen bracht.
***
De stallen waren donker en roken naar paarden en hooi. Pisclus stond tussen de twee poorten en knipperde met zijn ogen, om gewoon te worden aan het half gedimde licht. Hij hield de teugels van Pegassus en het muildier in de ene hand en de teugels van het paard en de zilveren munt in de andere. "Net wat ik nodig heb, een mooi jongetje." klonk een ruwe stem uit de schaduw. "Wat wil je , mijn schatje." Een grote donkere man, gekleed in een versleten tuniek, zijn blote benen overdekt met zwarte krulhaar, kwam naar voor in het licht. "Mijn meester zei me dat ik deze dieren aan jou moest geven, en hier is wat geld voor jou." zei Pisclus zenuwachtig. "En hij heeft jou erbij gestuurd." De man boog zich naar de jongen. "Kom snel." sprak een vrouwenstem vanuit het deurgat. "Waar is die jongen? Het eten is klaar en ik ben geruïneerd als er niet snel geserveerd wordt. En dan sterven we allemaal van de honger." Een dikke donkere vrouw, met opgerolde mouwen tot boven haar ellebogen, een houten lepel in riem rond haar middel en zweet glinsterend op haar gezicht, waggelde naar binnen. "Neem die dieren nu direct aan, jij lui varken vol vieze gedachten. Jongen, kom met mij mee." Dankbaar gaf Pisclus de teugels aan de stalknecht die naar hem lonkte en mompelde dat ze wat langer konden kletsen, morgen als ze dieren kwamen halen.
Hoofdstuk 4Pisclus volgde de dikke vrouw."Het eten is nog niet klaar," zei ze, "maar ik laat mijn lekker eten niet verknoeien door een vies jongetje gekleed in een vuile tuniek. " Ze stapte door de tuin met Pisclus naast haar. Ze stopte bij een open deur waardoor het geluid van potten en pannen hoorbaar was en de heerlijke geur van lekker eten kwam. Pisclus besefte dat hij heel hongerig was. "Wanneer heb je laatst gegeten?" vroeg de vrouw hem. "Deze morgen, mevrouw." "Goed, geef me je tuniek en wacht hier." Pisclus aarzelde. Er bleef toch wat gene bij hem over en het idee om hier naakt voor een vrouw te zijn en in een herberg vol mensen, maakte hem angstig. De vrouw haalde uit en raakte hem met een houten lepel onder zijn knie. Pisclus schreeuwde, vergat zijn verlegenheid en trok zijn tuniek over zijn hoofd. "Dat zou ik denken," bromde de vrouw en nam het van hem aan. "Een slaafje dat denkt dat hij iets te verbergen heeft." Ze draaide zich om en stapte de herberg in. Pisclus keek haar na. Hij keek in een grote keuken. Hij kon de hitte voelen waar hij stond. Jonge slaven bewogen snel met zweet glinsterend op hun bijna naakte lichamen. Aan het einde van de keuken brandde een groot vuur. Aan weerskanten bevonden zich ovens en ervoor stonden spitten te draaien traag met stukken vlees en zelfs een heel schaap erop. De spitten werden aangedreven door 2 jongetjes die eindeloos in de binnenkant van een open wiel stapten. Toen Pisclus keek zag hij een van de jongens, amper 8 jaar oud dacht hij, struikelen en vallen. Zijn lichaam botste nog even in het wiel terwijl de andere jongen verder stapte. Dan werd hij weggedragen en nam er een ander jongetje zijn plaats in. Een jongeling pakte de bewusteloze knaap op en droeg hem weg. Hij liet hem gewoon op de grond vallen voor de voeten van Pisclus en ging terug aan het werk in de keuken. Een tienermeisje verscheen aan de deur, haar enige kleding was een smalle reep stof tussen haar benen. Er stroomde zweet van haar gezicht en over haar half gevormde borstjes. In één hand droeg ze een aarden kruik en in de andere een mand met een homp zwart brood. Pisclus bedekte automatisch zijn kruis met zijn handen. "Hier neem aan." zei ze terwijl ze de mand vooruit stak. "Neem het brood eruit." Ze vulde een kruik met botermelk. "Jij bent een grapjas," ging ze lachend verder. "Een beetje verlegen. Dat gaat er bij ons slaven wel heel vlug uit. Eet dat snel op en ik breng je wat water om je te wassen. Vooruit nu, het eten van je meester is weldra klaar." Pisclus nam een slok botermelk. De zure melk leste zijn dorst en hij begon op het harde brood te kauwen. De kleine jongen die bewusteloos gevallen was bij het doen draaien van het spit, bewoog en kreunde. Na een ogenblik zette hij zich pijnlijk recht in zittende houding. Hij keek vaag rond en zijn hoofd viel tussen zijn knieën. Pisclus nam nog een slok van de botermelk. Mensen haastten zich heen en weer en hielden zich niet bezig met twee naakte jongetjes die aan hun voeten lagen. Hij ging naast de jongen zitten en legde een arm rond zijn smalle schouders. Hij hield de kruik aan de lippen van de jongen. "Wil je wat?" vroeg hij vriendelijk. "Komaan, het is lekker." De dorstige knaap slurpte snel het vocht op. Dan was er geluid van metaal op steen. Pisclus keek op. Het meisje was terug met een emmer dampend water. "Dat is voor jou bedoeld en het brood heb je ook nog niet op." zei ze, maar hij merkte dat ze er niet erg mee verveeld zat. "Wel, drink samen de melk op, snel nu, en prop zoveel brood in je mond als je kan. Je kan er op kauwen terwijl je jezelf wast." Pisclus nam nog een slok van de kruik en gaf hem door aan de andere jongen om hem leeg te maken. Dan kroop hij recht en propte de rest van het brood in zijn mond. Hij knabbelde erop terwijl wij zichzelf schrobde met een doek dat het meisje meegebracht had. "Doe je achterwerk grondig," beval het meisje hem. "Mooi kontje zo – wil je er voordeel uit halen? Kom hier, ik doe het voor je." Zonder op zijn goedkeuring te wachten nam het meisje het doek uit zijn handen. Zij duwde zijn hoofd omlaag en deed hem voorover buigen. "Benen open," beval ze. "Open doen, komaan." Zonder te wachten graaide het meisje de natte doek uit zijn handen. Ze duwde zijn hoofd omlaag en deed hem voorwaarts buigen. Ze begon krachtig tussen zijn benen te schrobben. Gevoelens van opwinding werden vermengd met gevoelens van verlegenheid toen zijn intieme delen van zijn lichaam bepoteld werden door een vreemd een meisje in het zicht van iedereen die voorbij kwam. "Betrapt door je meester vandaag?" vroeg ze terwijl ze met een vinger over de striemen wreef die de riem op zijn lijf achtergelaten hadden. "Enkele aardige striemen op het kontje van een jongen maken sommige mannen heet en jij bent een mooi ventje." "Zo te zien zal het voor jou de eerste keer zijn. Wel ja, denk maar dat het de volgende keer minder pijn doet en het is ook wel leuk. Het is in elk geval de pijn waard om je meester te plezieren. Niet dat je kan kiezen. Arm klein ventje." "En kijk," giechelde ze, "jouw klein dingetje staat er klaar voor. Dat is een geluksbrenger." ze raakte hem aan met haar vingertoppen en kletste op zijn billen. Dan ging ze lachend terug de keuken in. Een tweetal minuten later kwam de dikke vrouw de keuken uit. Er was een ander meisje bij, zij droeg een kort rok met een split aan een kant tot aan haar middel, en niets anders. Ze droeg een zwaar dienblad met een doek erover. De dikke vrouw keek naar Pisclus en zag dan de jongen die naast hem zat. "Wat doe jij hier?" vroeg ze. Het is al erg genoeg dat je het in het wiel niet kan uithouden, jij kleine aap. Je moet hier niet de hele avond op je kont zitten. Ga terug naar de keuken, nu." Ze sloeg hem met de lepel op de zijkant van zijn hoofd. Hij huilde en met een hand op zijn zere oor, strompelde hij naar binnen. "Trek dit aan." Ze gaf Pisclus een wit kleed met een gat erin om zijn hoofd door te steken. Hij trok het gehoorzaam aan. Ze haalde een lange witte koord boven die ze vastbond ronds zijn middel. Dan legde ze het kleed goed zodat de hoeken van de stof net boven zijn kruis hingen. Ze stapte achteruit om het resultaat te bekijken. "Niet slecht." zei ze. "Je zal tenminste de maaltijd niet bederven die ik ze stuur. Draag deze fles wijn. Het is de beste Valeriaan en zeg dit aan je meester." "Weet je hoe je wijn moet serveren?" "Ja, mevrouw." Hij had zijn vader genoeg flessen zien leegmaken. "Goed. weg nu. En als Corax nog een fles wil, en dat zal wel, kom je er nog maar een halen." Corax en Marcus hadden een lekkere maaltijd. Garnalen, gekookte tarbot in witte wijnsaus, gebraden patrijs gevuld met leeuwerik, grote stukken vlees drijvend in bloed, honing en hete koek, geserveerd met wit tarwebrood, dat contrasteerde met de botermelk en het donker brood dat Pisclus kreeg als schamele maaltijd. De uitgehongerde jongen, want hij had nog steeds honger, zag hoe zijn meerderen zich volpropten en zorgde ervoor dat de bekeer wijn van Corax nooit leeg was. De maaltijd kwam aan zijn einde en Pisclus werd naar de keuken gezonden voor een tweede fles wijn. Marcus had wat wijn gedronken gemengd met water, na toelating van zijn vader. Hij voelde zich een beetje tipsy, eerder een beetje ziek en eigenlijk een beetje verveeld. Corax voelde zich echter vol energie. Het was door iedereen geweten dat Corax niet huilerig of nors werd na een grote hoeveelheid drank. Het maakte hem harder, met meer lef en taaier dan gewoonlijk. Er werd beweerd dat hij het best werd na de consumptie van een zodanige hoeveelheid wijn, dat andere mannen er ongevoelig van werden. Het was na een driedaags drinkgelag dat hij zijn zaakjes begonnen was met het opkopen van holdings van zilvermijnen in Spanje en Pannonia. Zaken die hem een groot fortuin opbrachten en welke nog vertienvoudigd werden toen hij een tekort aan zilver veroorzaakte door de mijnen te sluiten. Er werd zelfs beweerd dat toen hij zijn zaken opgestart had, hij zover in de toekomst kon kijken dat hij inzag dat hij nog meer winst kon maken door de legioenen te bevoorraden die ingezet werden op de opstanden te onderdrukken van uitgehongerde slaven die in de mijnen tewerk gesteld werden. Maar nu had hij geen zakelijke problemen in zijn hoofd, maar gedachten van een eerder intieme en persoonlijke aard. Vijfendertig jaar geleden was hij ook een slavenjongen met afgeschoren haar, die aan de tafel van zijn meester moest zorgen dat zijn glas wijn nooit leeg was. Hongerig en moe, wetend dat een ogenblik gebrek aan aandacht, als het glas niet gevuld bleef, of er een druppel wijn gemorst werd, er zou toe leiden dat hij op de geselbank terecht kwam, naakt en schreeuwend terwijl de stok diepe striemen achterliet op zijn billen en op zijn schouders. Wachten en zich vragen stellen, een slavenjongen besteedde veel tijd aan wachten en zich vragen stellen, of zijn meester meer zou willen van hem die avond, dan bediening aan tafel. Die meester was de grootvader van Pisclus. Het slaafje dat even hongerig en moe, en naar hij vermoedde, even bang was dan hij toen, stond nu rustig in de schaduw zijn wijnbeker te bekijken. Corax hield van jongetjes. Hij hield van hun helder huid, slanke lichaam, stevige torso's, kleine onbehaarde balletjes, dunne onschuldige piemeltje en de gladde elegante benen. Hij hield van hun heldere jonge stem en hun fijne geest en optimisme die de meest strenge discipline en de diepste vernedering overleefde. Hij moest toegeven dat Pisclus een schoonheid was, zwart haar, een opzicht van perzik en room, robijnrode lippen en parelwitte tanden, een delicate ribbenkast met elk bot duidelijk afgelijnd, een strak klein kontje dat attractief uitstak, magere maar mooi afgeronde billetjes. Hij was echt verleidelijk. Het zou gemakkelijk zijn hem gewoon te houden. Zijn familie zou hem niet durven terugvragen. Het zou dan uitlekken dat ze hun vrijwillige verbanning geschonden hadden. Er was geen obstakel voor Corax om de jongen te bezitten, zoals hijzelf het bezit was van zijn grootvader. Corax herinnerde zich de brandende pijn als de man zijn gezwollen lul diep in zijn lichaam stak. De pijn en, dat moest hij toegeven, ook het plezier. Op dit moment dacht hij eraan om Pisclus te laten janken en smeken en afzien, zoals hij gedaan had. Maar hij had een belofte gedaan aan Cinnamus en die belofte zou hij niet breken. Zijn zoon Marcus was een andere zaak. Hij had niets beloofd en er was een leuke symmetrie in het feit dat Marcus nu de kleinzoon bezat van de Romeinse patriciër die, lang geleden, hem had verkracht. Hij voelde ook dat Marcus er weigerachtig tegenover stond. Hij had met plezier zijn opwinding gemerkt wanneer hij Pisclus afsloeg. Jongens slaan en neuken, hoorde bij elkaar. Marcus was onwetend over al die dingen, dacht hij. Maar hij was er zeker van dat eenmaal de mogelijkheden van het genot van zijn eigen jonge lichaam uitgelegd werd, hij er zeker graag gebruik van zou maken. De gevoelens van Pisclus zelf waren van geen belang. Hij was een slaaf nu en het was het lot van een slaaf om te leiden, niet om te kiezen. Corax observeerde dit allemaal, hij bekeek zelfs de nederigste en de minst belangrijke knaap. Het had wel geen belang, maar hij dacht dat Pisclus Marcus graag zou plezieren. De jongere knaap had steeds zijn ogen op hem gericht. Zelfs nadat Marcus hem geslagen had en hem tot tranen had gedwongen had zijn blik hem gevolgd. Het was echt. Marcus had zijn leven gered en tegen zijn broer opgetreden waar hij als de dood voor was. Voor het jongetje was Marcus sterk en moedig en zelfzeker. Een figuur om te vereren, maar ook om te vrezen. Corax herinnerde zich hoe Pisclus, toen hij nog Gaius was, vroeg om de slaaf van Marcus te worden. Die jongen hield van zijn zoon. Het was tijd om Marcus op te voeden. Corax tikte met zijn vingertop op de rand van zijn wijnbeker. Pislus, die het teken herkende omdat hij uren in aanwezigheid van zijn vader had doorgebracht, stapte naar voor uit de schaduw en boog voorover om de beker te vullen. Toen hij uitschonk liet Corax zijn handen over zijn billetjes glijden. Hij voelde de jongen opspannen, maar hij schonk verder. Corax liet zijn hand op de welving van zijn billen rusten. Zijn wijsvinger begon in de spleet te duwen. De beker was vol. De jongen stopte met schenken maar bleef staan, wachtend. Corax keek in zijn ogen. Hij zag de jongen met zijn tong over zijn lippen gaan. "Marcus, je hebt goed gekozen," merkte hij rustig op, "een mooi ventje en gewillig, vermoed ik." "Ja, kijk," zei hij en hij tilde de voorkant van Pisclus' ledendoekje op met zijn vrije hand. Zijn ding toont dat hij er klaar voor is. "Alsjeblieft mijnheer," zei het serverende meisje vanuit de schaduw waar ze stond. "Hij had ook een stijve toen ik hem daarnet waste." Ze giechelde bij die herinnering. "Ja, een leuke, rijpe jongen. Zeg me jongen, maakt je lulleltje al mannenmelk?" Pisclus was bang van de aandacht van de man en beschaamd omdat hij zijn stijve piemeltje toonde aan heet serverende meisje. Marcus mompelde. "Komaan jongen, spreek. Antwoord op de vraag, nu." Corax nam de kleine balletjes van de jongen tussen zijn vingers en kneep ering. Ze waren niet dikker dan olijven. Pisclus schreeuwde. "Alsjeblieft meneer, ik denk het niet meneer," stamelde hij snel. "Ik vraag me af of we dat niet kunnen veranderen. Kom hier meisje 3; " Buiten de kamer was er commotie. De deur werd opengeslagen en een armmoedig geklede vrouw verscheen, een jongetje achter haar trekkend. "Corax," riep de vrouw, "Corax, help een arme vrouw." "Wat wil je dan?" vroeg Corax ongeduldig. Hij hield zijn hand op het kontje van Pisclus maar het meisje stapte terug in de schaduw. "Help me alsjeblieft." jankte de vrouw. "We moeten onze hoofdelijke belastingen betalen voor de hele familie. vier kinderen, jonger dan deze hier. Mijn man en ik gaan alles verliezen. Ze zullen onze boerderij afpakken en we zullen van honger omkomen." "Wat heb ik daarmee te maken? Waarom zou ik jou en je miserabele kroost behoeden van de hongerdood?" "Corax, alsjeblieft Corax. Je bent bekend voor je smaak voor jongetjes en dat je wel wil betalen voor een mooie. Deze jongen is onze oudste. Twaalf jaar oud 3; een mooi jongen 3; kijk naar hem 3; kijk naar zijn haar als vlas en zijn lippen. Hou je hoofd omhoog jongen, zodat mijnheer je kan zien. Zacht en gewaakt om de liefde te bedrijven, en zijn strak kontje 3; ik vraag je geen prijs Corax 3; geef me wat je denkt dat hij waard is 3; Ik ben er zeker van dat dit meer zal zijn dan de belastingen die we moeten betalen." De jongen stond naast zijn moeder, met gebogen hoofd, op zijn gezicht stond woede en bitterheid. "Heb je dan niets anders om te verkopen, dan je eigen zoon?" vroeg Corax geamuseerd. "Alleen onze koe, meneer, maar die geeft ons melk." "Waarom is je man niet hier om dit karweitje op te knappen?" "Hij houdt zo van de jongen, meneer. Hij weende toen ik de jongen naar buiten nam." "Wat heeft hij dan mispeuterd, als hij hem zo lief had? Of heeft hij zich aan hem vergrepen?" "Nee meneer. Dat zou ik niet toelaten, en zijn oom ook niet. Ze hebben het alle twee gevraagd. Maar ik heb het niet toegestaan. Ik zei dat het een mooi ventje is als we er goed op letten, en als de nood groot was zou hij voor ons zoveel betekenen als geld op de bank, meneer." "Wel, het is een aardig kereltje, laat me hem eens goed bekijken." "Corax liet Pisclus gaan met een klets op zijn bil en wenkte de nieuwe jongen naar hem toe. "Uitkleden," beval hij. De jongen aarzelde. Zijn moeder tikte hem hard tegen de achterkant van zijn hoofd. Doe wat de heer vraagt, jij ondankbaar kind. Ik verzorg je en geef je te eten al twaalf jaar en als je me dan eens kan helpen dan weiger je." De jongen trok het korte hemdje, wat het enige was wat hij droeg, over zijn hoofd. Hij liet het voor zijn voeten op de grond vallen en stond voor Corax, met gebogen hoofd en zijn handen voor hem gevouwen. Marcus zag dat zijn schouders beefden. Hij besefte dat de jongen weende. Corax vloekte ongeduldig, leunde voorover en sloeg de handen van de jongen uit elkaar. "Je verbergt niets voor je meester, jongen," snauwde hij ongeduldig. "Wil je hem hebben heer?" vroeg de vrouw begerig. "Ik wist het wel heer. Je zal hem een fijne jongen vinden heer 3; Een sterke jongen 3; Hij leert snel heer. Ik beloof het u." "Ik weet het nog niet vrouw," zei Corax ongeduldig. "Laat me hem maar eens goed bekijken. Marcus, kom hier 3; Het is tijd dat jij leert hoe je met slaven moet handelen." Marcus stond naast zijn vader toen Corax het lichaam van de jongen methodisch begon te keuren. "Een somber klein diertje," merkte de man op terwijl hij zijn gezicht in het licht draaide. "Daar zullen we hem snel van genezen 3; Een paar klappen van de zweep zullen daar wel voor zorgen. .. Doe je mond open jongen 3; Altijd de tanden controleren Marcus. Het is niet goed als een slaaf zijn mond vol met rotte stompjes zit 3; Hij ziet er goed uit 3; Zoek ook naar huidinfecties onder zijn armen, binnen zijn ellebogen en knieën, en tussen zijn tenen en tussen zijn benen. Dan kijk je of hij geen gebroken beenderen heeft. Een gebroken arm of been zie je zo, maar ik heb al geweten dat men slaven verkocht met gebroken ribben." Terwijl hij sprak bewogen zijn handen over het lichaam van de knaap. Zijn vingers verkenden zijn lijf. "Je hebt hem geslagen vandaag," merkte Corax op toen hij de jongen omdraaide om zijn rug te bekijken. "Ja heer, hij wou niet met me meekomen. Hij zei dat hij geen slaaf wou zijn. Hij smeekte me om hem niet te verkopen en dan begon hij bij zijn vader. Dan begon mijn idiote man te huilen." "Dat heeft geen belang," zei Corax tot Marcus, "de striemen zullen snel verdwijnen. Leun voorover jongen 3; Hier moet je altijd goed controleren Marcus. Open hem en controleer op wormen 3; Geen spoor daarvan 3; Dan kijk je naar wondjes of littekens rond het gat. Als die er zijn betekent het dat hij gebruikt vlees is. Tenslotte 3; " Corax likte aan zijn wijsvinger en duwde hem stevig bij de jongen naar binnen. " 3; Steek je vinger erin 3; Sta stil jongen 3; Voel eerst of er iets in de weg zit 3; En dan 3; Voel je iets, Marcus?" "Zijn lul is stijf geworden." "Dat klopt. Dat geeft je een idee hoe heet de jongen is. Hier is een plekje dat hem opwindt als je het aanraakt. Spuw op je vinger en probeer. Zie je 3; Als er blijft aankomen dan zal hij 3; Dat is als hij een orgasme heeft 3; Dan komt er iets wits uit zijn piemel." zei Corax. Hij merkte een verwarde blik op Marcus' gezicht. "Ik begrijp het vader." "Gebeurt dit al bij jou, Marcus?" "Soms vader, nog maar pas." "Goed, perfect natuurlijk 3; Hoort bij het opgroeien 3; Nu zal je vinger een beetje vies zijn van in zijn kont te steken. Veeg hem schoon aan zijn been." "Goed vrouw, ik neem de jongen." Corax nam zijn buidel, zocht er een gouden munt uit en gaf hem aan de moeder van de jongen. "Bedankt heer 3; Bedankt 3; Je zal er geen spijt van hebben heer 3; Braaf zijn nu en probeer om je meester te dienen zoals een slaaf 3; Bedankt heer." De vrouw verliet buigend de kamer terwijl ze bleef bedanken. "Laat eens kijken," zei Corax, "We moeten de jongen een naam geven. Besta, denk ik (Latijn voor diertje. Wat is er vernederender voor een jongen om een vrouwelijk naam te krijgen) Ik neem hem mee naar mijn kamer deze nacht. Marcus, jij slaapt hier op de zetel en Pisclus kan op de grond slapen. Jij daar meisje, ruim de tafel af en verdwijn."
***
Corax hield de naakte jongen bij zijn arm vast net boven zijn elleboog en duwde hem vooruit naar zijn kamer. Hij voelde de beenderen in de arm van het ventje verschuiven door zijn stevige greep. Hij liet hem los en kleedde zich uit. Hij zag hoe de ogen van de jongen groter werden toen die zijn groeiende lul zag. Hij glimlachte koud toen hij de blik van de jongen zag veranderen in paniek. "Denk je dat je het aankan, jongen?" vroeg hij lachend. Bestia's lippen bewogen, maar er kwam geen geluid uit. "Het heeft in elk geval geen belang 3; Je zal wel moeten 3; Jonge beenderen en jong vlees 3; Misschien kom je er goed uit 3;op je knieën nu en lik eraan 3; Maak hem goed nat 3; Voor je eigen voordeel 3; Het is het enige smeermiddel dat we hebben 3; Vlug nu." De jongen aarzelde en Corax stompte hem hard in de ribben. Corax merkte met grimmig vermaak dat de erectie van de knaap helemaal verdwenen was. Vol ellende viel de jongen op zijn knieën voor Corax. Hij keek neer op het blonde hoofd dat tegen zijn kruis geduwd was. De man voelde de zachte tong over zijn piemel glijden. Het topje van zijn tong verkende zijn pisgat op het einde van zijn lul. Ofwel was de jongen een natuurtalent ofwel had hij al ervaring. Corax dacht het tweede. Hij dacht ook dat de knaap hoopte om zijn kont te redden door een vroeg orgasme uit te lokken. Hij was niet van plan om de kerel er zo gemakkelijk van af te laten komen. "Neem hem in je mond," beval hij. Hij pakte de jongen bij zijn oren en duwde zijn hoofd vooruit zodat hij zijn lul in zijn keel voelde glijden. De jongen begon te kokhalzen. Corax hield hem even zo vast en tilde hem dan bij zijn schouders op het bed. Hij greep zijn enkels en duwde die tot tegen zijn hoofd. Zijn kontje stond nog voor hem open. Zijn angstige gezicht tuurde tussen zijn benen door. Corax duwde zijn lul tegen het gaatje. De jongen huilde. Hij duwde weer. Zijn schacht begon naar binnen te dringen. Met elke stoot drong hij dieper naar binnen. De sluitspier van de knaap werkte even tegen. Met zijn volle gewicht ramde Corax zijn lul in het ventje. Zijn schrille kreten vulden de kamer. Corax voelde de jongen heet en strak rond zijn penis. Nu leek de jongen de lul zelf naar binnen te brengen. Corax hamerde de hele lengte van zijn schacht in de jongen. Hij pauzeerde even en begon dan zijn prik te bewegen, eerst zachtjes, dan steeds harder. Hij voelde het zweet over zijn borstkas en over zijn benen lopen. Het geschreeuw van de jongen was gejammer geworden. Hij begon het stoten van de man te beantwoorden. Corax voelde zijn bloed koken. Hij kwam klaar, diep in de snikkende knaap.
***
Er lagen twee dekens op de zetel in de voorkamer. Marcus kleedde zich uit en nestelde zich in de zetel. Hij sliep snel in. Pisclus kromde zich op de grond. Hij was uitgeput en sliep ook in. Marcus werd wakker van het geschreeuw toen de knaap verkracht werd door zijn vader. Hij kon Pisclus horen verkrampen en hoorde hem dan stilletjes wenen. Hij besefte dat de jongen doodsbang was. Hij voelde medelijden, hij had ook een erectie. "Jongen," fluisterde hij. "Ja heer," "Kom hier." Gehoorzaam kroop Pisclus naast hem op de zetel. Marcus zat recht en zorgde dat de dekens hemzelf en Pisclus bedekten. Hij ging liggen en legde zijn armen rond Pisclus, die zichzelf dicht bij hem wurmde. "Alles oké, Pisclus?" vroeg Marcus. "Ja heer." "Waarom ween je dan?" "Ik was bang heer." "Je moet niet bang zijn. Jij bent een goede jongen. Doe zoals gevraagd en tracht mijn vader te plezieren en mij en er zal je niets gebeuren." Marcus wreef over de rug van Pisclus en liet zijn had op zijn billen rusten. Hij was er zeker van dat de jongen zijn stijve piemel voelde. Hij was niet verlegen. Hij was toch maar een slaaf. "Ja heer, ik wil je plezieren heer." "Heb je nog pijn van de slagen die ik je gegeven heb?" "Een beetje heer." "Ik denk dat ik de striemen op je billen voel. Wel laat dit een lesje voor je zijn. Jij bent mijn slaaf nu. Denk daaraan en dan zal ik je misschien niet meer moeten slaan." "Ik zal het proberen heer 3; Wat heeft jouw vader op de andere jongen zijn achterste getoond, heer?" De verleiding was te groot voor Marcus. Hij beschouwde het niet als verleiding. Hij mocht met het lichaam van Pisclus doen wat hij wou. Hij stak zijn wijsvinger in zijn mond en duwde hem dan in de spleet van Pisclus' achterste. "Dit." zei hij. De andere jongen verkrampte en duwde dan met opzet zijn kontje terug en opende zich voor de priemende vinger. Marcus duwde traag zijn vinger verder naar binnen. Plots bewoog Pisclus zich vooruit en klemde hij zijn kontje stevig rond de vinger. Marcus voelde het piemeltje van Pisclus stijf tegen zijn buik. Pisclus kreunde en wriemelde zich om Marcus' vinger, zijn lippen tegen Marcus' borst. Marcus voelde zijn eigen piemel opzwellen en op datzelfde ogenblik kwam Pisclus klaar. "Goed zo." zei Marcus en hij kuste de jongen op zijn lippen. De kamer was rustig behalve het geluid van Bestia's gekreun dat uit de andere kamer kwam.
Hoofdstuk 5Besta werd wakker. Hij lag op zijn buik op het bed. Hij had pijn. Hij had brandende, verscheurende pijn. Zijn achterwerk deed pijn en zijn ingewanden deden ook pijn. Hij had nog nooit zoveel pijn gehad. Corax lag half op hem, met een been over zijn blote buik.Afgezien van de pijn voelde Bestia zich uitermate alleen, voor het eerst in zijn leven. Zijn thuis was niet gemakkelijk geweest. Daar waren ze te arm voor. Maar hij had altijd gezelschap, zijn jongere broers en zussen, zijn vader en oom, en zelfs als alle anderen weg waren, zijn moeder. Mensen waar hij medelijden van kreeg, zelfs liefde. Die waren nu allemaal weg. Hij zou hen nooit meer weerzien. Hij was nu eigendom van een man die zijn lichaam voor zijn eigen vermaak had verscheurd en gekneusd. Van hem zou hij geen liefde of hulp moeten verwachten. De man sliep nog maar het werd steeds lichter in de kamer. Hij zou weldra wakker worden. Bestia voelde iets hards tegen zijn kontje. De man had een erectie en als hij wakker werd zou hij zeker zijn lusten willen botvieren, zoals hij al eerder had gedaan, in Bestia's gefolterde lichaam. Hij huiverde als hij dacht aan de gezwollen lul van de mandie in hem geramd zou worden. Maar hij kon niets anders doen dan blijven liggen en wachten tot de foltering opnieuw begon. Misschien was er wel iets wat hij kon doen. Hij voelde aan de lul van de man dat hij bijna ging klaar komen. Als hij hem kon laten climaxen voor hij helemaal wakker werd zou hij de aanval op zijn lichaam misschien voor nu kunnen afwenden. Zachtjes begon hij zijn billen tegen de schacht van de man te drukken. Hij voelde hem harder worden en hij voelde zijn hartslag versnellen. Corax verstijfde en rolde zich op zijn buik. Bestia's moeder had zijn kontje beschermd tegen zijn vader en zijn oom, maar dat was alles. De twee mannen wisten dat elke poging daartoe sporen zou achterlaten n ze waren te bang om dat te riskeren. Zijn lippen en zijn tong waren iets anders. Bij meerdere gelegenheden hadden ze de jongen achter de koeienstal genomen toen de vrouw aan het werk was in de hut dat ze thuis noemden. Om beurt hadden ze dan gebruik gemaakt van zijn mond, terwijl de andere de wacht hield. Bestia woelde zich snel naar de onderkant van het bed tot zijn gezicht op de hoogt van het kruis van de man lag. Zijn neusgaten werden gevuld met de stank van de man, een mengeling van zweet en zaad. De prik van de man stond stijf, lichtjes gekromd, gruwelijk en eisend. Hij zag dat hij nog vol hing met het sperma van de man en een mengeling van zijn eigen bloed en poep. Alles was beter dan dat weer in zijn lichaam geramd te krijgen. De jongen liet zijn tong erover glijden, van aan de basis in het dichte woud van zijn schaamhaar tot aan de spleet op de top. Dan deed hij zijn lippen uit elkaar en nam hij hem in zijn mond. Hij deed zijn hoofd achteruit, zoals hij van zijn vader en zijn oom geleerd had, zodat hij hem in zijn keel kon krijgen. Zijn neus en lippen waren tegen zijn kruis gedrukt. Corax voelde de lippen van de jongen rond zijn lul, zijn tong betastte em. Hij wist dat hij ging klaar komen en hij was kwaad. Het was niet erg dat de jongen met zijn lul speelde, hem opwond, hem bezig hield. Maar hij wou niet dat hij hem deed climaxen als hij sliep. Voor een slaaf was dit ongehoorzaamheid. Beslissingen werden genomen door de meester, niet door de slaaf. De jongen moest een lesje krijgen. Maar misschien niet direct. Corax duwde de jongen weg en duwde met twee vingers achter zijn balzak tot het gevaar voor een orgasme geweken was. "Op je buik en benen spreiden," beval hij ruw. "Alsjeblieft heer 3; mag ik je pijpen heer 3; daar ben ik goed in heer 3; ik zal het je tonen heer 3; ik heb zo'n pijn heer 3; laat me je pijpen 3; alsjeblieft." Corax sloeg de jongen vol op zijn mond om zijn gesmeek af te breken. Het was een goed gerichte slag, hard genoeg om zijn lippen te splijten en bloed over zijn kin doen te lopen, maar niet hard genoeg om tanden uit te slaan. "Op je buik." herhaalde Corax. "Ik ga je kont nog eens neuken. Denk je dat het me raakt hoeveel pijn een slaaf heeft aan zijn waardeloze kont. Draai je om of ik sla opnieuw." Bestia rolde hopeloos snikkend op zijn buik. Corax knielde tussen zijn benen en duwde ze met zijn knieën nog verder uiteen. "Til je achterstop, jongen." beval hij. Bestia's gesnik werd heviger, maar hij gehoorzaamde. Toen hij neerkeek op het kontje van de jongen zag Corax gedroogd bloed op de binnenkant van zijn benen en rond zijn kontgaatje. Er was geen twijfel aan dat hij de jongen gekwetst had. Maar dat was geen reden om hem niet nog eens opnieuw te nemen. De jongen was van hem en hij mocht met hem doen wat hij wou. Als hij hem pijn wou doen was dat zijn zaak en van niemand anders. Hij was zijn recht. Aan de andere kant dacht Corax dat een harde man ook eerlijk moest zijn. De jongen had hem gehoorzaamd, hem onderworpen aan zijn wil. Hij zou hem straffen voor zijn eerdere onbeschaamdheid, maar er was geen reden om zijn eigen plezier pijnlijker te maken voor de jongen dan nodig was. Corax spuwde op zijn vingers en begon het gaatje in te smeren met zijn speeksel. Zijn gezicht werd minder streng toen de jongen dit beantwoordde door zijn kontje omhoog te duwen en zichzelf te openen voor zijn meester. "Goed zo jongen." zei Corax, bijna vriendelijk. "Hoe meer ontspannen je bent, hoe minder pijn je hebt." Hij trok het gaatje open met de vingers van zijn ene hand. Hij richtte zijn prik en plofte hem hard in zijn kontje. De jongen schreeuwde. Corax stootte opnieuw en de hele lengte van zijn lul verdween in de jongen. Corax merkte, dat alhoewel de jongen pijn leed, het gemakkelijker ging dan de keer ervoor. Corax bleef even stil liggen en voelde de jongen heet en strak rond zijn schacht. Dan begon hij traag en rustig de jongen te neuken. De knaap kreunde en jammerde maar deed mee. Corax versnelde en verstevigde het stoten. Al gauw was hij de jongen zo hard en zo snel als hij kon aan het neuken. Hij was niet zo jong meer en het duurde langer dan vroeger om te climaxen. De jongen huilde en zijn lichaam werd slap. Corax stootte in hem, snakte naar adem, het zweet stroomde over zijn naakte lichaam. Dan verstarden zijn bilspieren en ontplofte hij diep in de jongen. Hij liet zich op de knaap vallen happend naar lucht. Na een ogenblik rust rolde hij zich op zijn zij. Hij duwde Bestia van hem weg, van het bed af. "Haal de pot, jongen." zei hij ruw. "Ik moet plassen." Bestia sleurde zichzelf recht en strompelde de kamer uit. Corax zag vers bloed langs de binnenkant van zijn dijen lopen. "Snel jongen," zij hij ongeduldig. "Ga op je knieën zitten en hou hem voor me vast. Corax plaste in de pot. Hij merkte dat er vers bloed op zijn lul zat. Hij keek neer op Bestia, die aan zijn voeten op zijn knieën zat, met zijn gezicht op lulhoogte. Hij schudde de laatste druppels van zijn lul en streelde de jongen door zijn blonde haar. Dan duwde hij zijn hoofd achteruit en bekeek hij hem in zijn gezicht. Het was bedekt met tranen en snot. Zijn ogen waren leeg. Corax wist wat er gebeurd was. Hij had het al dikwijls gezien in het verleden. Lang geleden was het ook met hem gebeurd. De jongen was verdwenen. Wat er voor hem op zijn knieën zat was een dier, de geest van de jongen had gekozen om ergens anders te zijn. Hij herinnerde zich de ogenblikken van diepe vernedering en lijden als jongen, alsof hij niet in zijn eigen lichaam zat, maar erbuiten toekeek als het misbruikt en gefolterd werd. Hij wist dat Bestia nu in deze staat verkeerde. Ziel en lichaam zouden zich terug verenigen als de crisis over was. "Doe die pot hier weg. Maak jezelf proper en zoek een ontbijt en bloed niet op het tapijt. " Corax draaide zich met zijn gezicht naar de muur en viel bijna onmiddellijk terug in slaap. Bestia strompelde de kamer uit met de stinkende pot in zijn handen. Hij hield zijn vrije hand aan zijn kontje. Hij voelde een warm vocht op zijn hand druppen. De dekens van de zetel in de andere kamer waren op de grond gevallen. De twee jongens lagen dicht bij elkaar. Het slakke kontje van Pisclus duwde hard tegen het kruis van de oudere jongen. De ogen van de jongere knaap waren open. Bestia wenkte naar hem en Pisclus stond op, zijn klein piemeltje met zijn roze knopje stond recht omhoog. Pisclus volgde Bestia de trap af naar het binnenplein van de herberg. Hij kon het bloed zien dat uit de spleet van de andere jongen drupte. Hij voelde zich ziek van angst toen hij zich de kreten van angst herinnerde en het gejammer dat vorige nacht uit de kamer van Corax kwam. Het was nog vroeg in de ochtend en het binnenplein was verlaten, behalve een groep naakte jongetjes die rond een stel emmers zaten die op de kasseien voor de keukendeur gezet waren. Een van de jongens keek op en wuifde. Pisclus herkende de knaap waar hij de vorige avond zijn botermelk mee gedeeld had. "Kom hier, "riep de jongen. "Neem wat havermoutpap. Er is genoeg." Pisclus ging er naartoe, traag gevolgd door Bestia. "Zal ze het niet erg vinden dat we van je eten nemen?" vroeg Pisclus. Hij had honger, maar hij dacht aan de pijn toen de dikke vrouw hem geslagen had met de lepel. "Nee, ze is nog niet zo slecht. Ze geeft ons goed te eten en is alleen maar lastig als ze aan het koken is 3; ze verwacht van ons dat we werken en ze slaat ons als we dat niet doen. Maar ze laat niemand anders ons slaan." "En als een van de gasten ons leuk vind, krijgen we een extraatje," zei een andere jongen. "Een beetje vlees." "Of wittebrood met honing." Een jongenskoor begon de traktaties op te noemen waarop ze konden hopen als een van de gasten hen leuk vond. Pisclus en Bestia hurkten neer bij de groep. Bestia kreunde als hij dit deed. Pisclus' vriendje keek naar hem. "Wat scheelt er?" vroeg hij. "Ik heb pijn." "Jij bent een jongetje van Corax, is het niet?" Pisclus veronderstelde dat dit een van de meiden was, "Diana, heeft er ons van verteld. Ze zei dat hij een lul van een stier had." "Ze zei dat als we niet stil waren, dat ze ons aan hem zou geven." "En hij zou onze kontjes open splijten met zijn lul, alsof we rijpe meloenen waren." De jongens kletsen weer opgewonden door elkaar. "Jouw kontje is niet opengespleten." "En je kan nog lopen." "Jij hebt het doorstaan." "Denk je dat wij het zouden kunnen?" "Je moet wel een taaie zijn." "Ik heb pijn." zei Bestia. Hij was wel blij met de aandacht die hij kreeg. "Mevrouw," De dikke dame kwam uit de keuken met de lepel in haar hand. Een jongenskoor begroette haar. "Mevrouw, deze jongen werd door Corax geneukt 3; Hij kan nog stappen 3; mevrouw 3; Hij heeft het doorstaan 3; hij heeft pijn 3; Diana zei, mevrouw, 3;" "Zwijg jullie. Alba bring de emmers binnen en zet twee emmers warm water buiten. Tibur neem enkele doeken en die pot met poeder die ik gebruik. Je weet wel welke. Ceres maak die pot leeg en reinig hem. Het is nogal prettig om hem te zien waar vieze diertjes aan het eten zijn. De rest gaat naar binnen en begint met zijn werk. Alle ontbijten moeten nog klaar gemaakt worden? Komaan." Die bevelen warden vergezeld met enkele zwaaien van de lepel op enkele jonge blote kontjes en een paar schrille kreten van de slavenjongetjes. "Nu dan," zei de vrouw. Laat ons de schade eens opnemen. Sta recht, benen gespreid en buig voorover. Hmmm 3; niet zo goed." Ze betastte Bestia's kontje met haar vingers en de jongen snakte naar adem. "Je zal het wel overleven, denk ik." "Jij jongen," zei ze terwijl ze zich naar Pisclus wendde. Maak zijn kontje schoon zo voorzichtig mogelijk en ik zal proberen het bloeden te stelpen. En jij? Heb jij schade geleden vannacht?" "Nee, mevrouw." "Wel nog even. Het zal wel komen. Waar is dat ding dat ik aan Cassius geleend heb vannacht. Hij zal het nodig hebben als ik die kontjes hier opgelapt heb." Pisclus en Bestia keerden terug naar de kamer van hun meester, netjes geschrobt. Ze droegen emmers warm water en handdoeken. Bestia stapte trager. Het bloeden aan zijn anus was gestelpt met een wit poeder terwijl een doekje vermeed dat er bloed uit zijn darmen liep van een mogelijk interne bloeding. Een meid bracht het ontbijt voor Corax en Marcus als ze klaar waren. Bestia liep recht naar de binnenkamer. Corax lag uitgestrekt op zijn rug op het bed en zijn slappe lul lag op zijn bos donker schaamhaar. Corax gebaarde naar Bestia dat hij de schacht moest schoonmaken die zijn kontje had doorploegd. Corax bekeek de jongen terwijl hij aan het werk was, met zijn hoofd over zijn kruis gebogen. Hij streelde zachtjes Bestia's lichaam terwijl die aan zijn prik aan het werken was. Corax voelde zich voldaan en voelde alleen maar wat licht geprikkel in zijn kruis. Het amuseerde hem te zien dat de jongen alweer een stijve kreeg. Zijn roze eikeltje piepte boven zijn voorhuid uit. Corax kleedde zich aan en stapte naar de andere kamer, gevolgd door Bestia die nog steeds geen kleren mocht dragen. Een meid die alleen maar een kort rokje droeg was bezig met het ontbijt, geholpen door Pisclus die ook nog naakt was. Marcus, helemaal gekleed, hing in een zetel en hunkerde naar zijn eten. Bestia zag het meisje en bracht zijn handen naar zijn gezwollen piemeltje om hem te verbergen. Corax zag dit en duwde zijn handen weg. "Je moet jezelf niet verbergen, jongen. Niet dat je iets te versoppen hebt. die slet zal al wel heel wat groters gezien hebben als dat van jou." Bestia bloosde en liet zijn handen hangen. "Goed geslapen Marcus?" ging Corax vrolijk door. "Of heb je wat plezier gemaakt met je kleine vriendje." "Wel vader 3; " "Ik dacht het wel. Ik wed dat hij alleen maar droog klaar gekomen is." "Nee, vader, hij kan het echt." protesteerde Marcus. "Echt. Laat ons een experimentje wagen, om ons bezig te houden tijdens de maaltijd." Corax hield Pisclus onder zijn armen vast en tilde hem op de hoek van de tafel. Hij duwde de jongen zijn knieën uit elkaar." "Nu Bestia, je zegt dat je goed bent met je tong en je lippen, niet." "Ja heer." Bestia klonk niet zo vrolijk. "Een expert peniszuiger?" Bestia aarzelde. "Komaan jongen, ja of neen, antwoord." "Ja heer." "Goed bedien de klein Pisclus dan maar eens. Doe je hoofd omlaag en begin er maar aan." Gehoorzaam boog Bestia voorover en met zijn kontje in de lucht, begon hij de onbehaarde balletjes en het kleine piemeltje van Pisclus te likken. Het schachtje groeide weldra door de strelingen. Corax ging aan de tafel zitten en begon te eten. De meid bediende het eten in stilte. Het eerst was een bord havermoutpap maar van een ander kwaliteit dan het donkere zoute goedje dat de slavenjongens gekregen hadden. Dit was gemaakt van verse melk en het fijnste graan. Er was geen zout aan toegevoegd, maar er stond een grote hoeveelheid honing op tafel om het eten zoeter te maken. Pisclus was beschaamd en vernederd omdat hij als amusement diende van Corax en zijn meester. Hij had zijn eerst echte orgasme zowat zeven uur eerder gehad. Hij was jong en begerig. Ondanks dit beantwoordde zijn lulletje al gauw de aanrakingen van Bestia's bekwame tong. Zijn ogen werden glazig, zijn hoofd sloeg achterover. Zijn ruggengraat kromde zich, zijn handen grepen stevig de rand van de tafel vast, zijn ademhaling werd steeds heviger. "Tegenhouden jongen," zei Corax en hij gaf een klap op Bestia's blote borst. "Weg daar of de show is gedaan voor ik klaar ben met mijn maaltijd." Hij duwde Bestia weg en zette een hand onder Pisclus' dijen. Hij tilde zijn benen op. Hij zette zijn hand in zijn kruis en duwde met zijn vingers onder de kleine balletjes van Pisclus. Hij bleef drukken tot het lulletje begon te verslappen. Hij duwde het jongetje achteruit zodat hij met zijn schouders op tafel lag en duwde zijn knieën langs weerskanten van zijn hoofd. Corax dipte zijn wijsvinger in de pot honing. Hij smeerde het rond de anus van de jongen en duwde het zachtjes naar binnen. Pisclus verkrampte en hield zijn adem in. Corax bleef drukken en Pisclus ontspande zich. De man bracht maar net het topje van zijn vinger naar binnen. De jongen snakte naar adem en bood zijn kontje aan de man aan. Het was de eerste keer dat iemand was binnengedrongen in zijn kontje. Corax nam een flinke smeer honing en smeerde het open in de spleet van zijn achterwerk. "Komaan," zei hij tot Bestia. "hier is het ontbijt voor je. Maak het proper met je tong." "Geen reden om jou er buiten te laten," zei hij tot Pisclus. "Lik deze maar schoon. Hij hield zijn met honing bedekte vinger voor de kleinere knaap. Pisclus tilde zijn hoofd op en likte aan de vinger van de man. "Zuig eraan." beval Corax aan Pisclus. Hij bracht zijn hand dichter bij Pisclus, die gretig gehoorzaamde. "Jouw sletje is aan de winnende hand, Marcus," merkte hij op toen Pisclus hevig aan zijn vinger zoog. "Hij zal een prachtig neukbeestje worden als je de tijd vindt om hem open te maken. Niet nu. Geen tijd genoeg nu. Ik moet Bestia nog geselen en we moeten nog in bad." Bestia richtte zijn hoofd op toen zijn naam genoemd werd en hij wendde zijn hoofd naar Corax. Er hing honing aan zijn neus en aan zijn kin. Corax pakte de lederen riem die naast zijn bord op tafel lag. Hij liet hem meet een zwaai op de billen van Bestia terecht komen. "Zet je hoofd terug jongen. Tot ik je zeg dat je kan stoppen." Bestia schreeuwde en ging verder met het likken van Pisclus' spleet. "Ja," ging Corax verder tot Marcus. "Het domme ventje wou zijn kontje beschermen tegen mijn wensen in. Hij moet geleerd worden dat in deze wereld de meesters genieten en niet de slaven." "Komaan jongen, Dat moest nu al gedaan zijn. Sta recht. Laat nu maar eens zien. Ja, zo is het goed." Pisclus, ga je tuniek halen uit de keuken en zoek dan handdoeken, olie en schrapers voor het bad." "Bestia, kom hier." Corax hield de oudere jongen bij zijn nek vast en duwde hem naar de muur. Hij draaide hem met zijn gezicht naar de kamer en beval hem zijn handen boven zijn hoofd te houden. Hij bond zijn magere polsen samen met een koord en tilde hem dan van de grond, terwijl hij de koord vastmaakt aan een haak in de muur. . De 11-jarige jongen hing aan zijn polsen op 15 centimeter van de grond. De koord sneed in zijn vel toen zijn armen het hele gewicht van zijn lichaam moesten dragen. Hij begon te jammeren van angst. "Gewoonlijk," zei Corax tot Marcus, "gesel je een jongen zijn kont of zijn schouders of de achterkant van zijn dijen. Maar soms, als je gehaast bent en de jongen heel erg wil pijn doen, zoals ik dit schepsel wil pijn doen, dan sla je hem op zijn borstkas. Terwijl hij sprak liet Corax zijn handen over de ribbenkast van de jongen glijden over zijn strak gespannen huis. De botten zijn zo dicht bij het oppervlak dat elke slag vijf keer zoveel pijn doet dan een op de gewonen plaatsen van zijn lichaam. Dit is een tere plaats op zijn lichaam. Luister maar." Hij greep een van de tepeltjes van Bestia tussen zijn vingers en kneep er hard in. Het gesnik van de jongen veranderde in een luide schreeuw. Corax lachte luid. "Nu jongen. Twaalf slagen en hou je ogen open. Hoor je me? Als je ogen dicht zijn telt de slag niet." Hij zette een stap achteruit en richtte zorgvuldig. Hij sloeg heel hard met de riem op zijn naakte borstkas. Het leer kletste op zijn blote huid. Bestia schreeuwde opnieuw. Corax pauzeerde tot de witte streep op de goudbruine huid van de jongen veranderde in rood. Hij deed de riem nog eens fluiten. De kamer was gevuld met de pijnlijke kreten van de jongen nog versterkt door het geluid van de leer dat op blote huid terecht komt. Hij begon het jongetje te plagen. Hij zwaaide de riem zodat hij net miste. De volgende slag kwam aan en de volgend miste weer. Het geschreeuw van de knaap werd hysterisch terwijl de man hem pijnigde. De kreten werden schriller en wilder. Er kwam schuim op de lippen van de jongen. Dan beplaste hij zichzelf. "Ik denk dat hij dat lesje nooit zal vergeten." zei Corax. Hij glimlachte. Hij was tevreden met zijn werk. Hij draaide zich om en ging de kamer uit. Hij liet Bestia aan zijn polsen hangen. Het geluid van de kreten van de knaap volgde hem toen hij de trap af ging naar de binnenplaats. Marcus, die teken deed aan Pisclus om hem te volgen, haastte zich achter zijn vader. "Wordt hij terug beter, vader?" vroeg hij hem toen hij hem inhaalde. "Wie? Oh, Bestia. Hij overleeft het wel. En als het niet zo is heeft het geen belang. Er zijn er nog veel meer waar hij vandaan komt."
"Die jongen van jou," merkte hij op aan Marcus, "is een schande. De mensen kijken naar het gedrag en het uiterlijk van de slaaf van zijn meester. De jongen zelf ziet er niet slecht uit, maar de vod die hij draagt doet hem eruit zien als een veldslaaf in plaats van de dienaar van de zoon van een rijk man. En dan zijn gedrag. Hij loopt met zijn hoofd in de lucht zoals een vrije jongen op een vakantiereis. "Het spijt me vader." antwoordde Marcus. "Ik zal met hem praten." "Praat ermee." lachte Corax. "Hier is tenminste een plaats waar we iets aan zijn kleding kunnen doen." Ze stopten bij een kraam met goedkope kleding. De eigenaar repte zich naar hen en wreef zich in zijn handen. Hij voelde dat hij een zaakje ging doen. "Ik wil iets dat past bij de slaaf van mijn zoon in plaats van de zak die hij nu draagt," kondigde Corax aan. "Ja heer, zeker heer. Ik ben er zeker van de we iets zullen vinden. Zo'n mooi klein ventje." zei de man. Hij bekeek Pisclus van kop tot teen."Zonde om zijn verschijning te bederven met zo'n oude versleten tuniek. Wat vindt u van dit, heer? Over de schouder en dichtgebonden rond het middel met een gesp, mooi versierd met fallussen en anusjes op de boorden, ideaal voor een mooi, levendig slaafje zoals deze heer." "Wel, pas het maar," zei Corax. "Komaan jongen, uitkleden, snel. Hoe kun je daar maar blijven staan alsof je er helemaal niets mee te maken hebt." Gehoorzaam trok Pisclus zijn oude tuniek over zijn hoofd en stond hij, naakt, op de hoek van de straat tussen de drukte van de mensen. De man wenkte een jongen vanuit de achtergrond die een stuk stof over de linkerschouder van de knaap hing. Hij bond het langs de rechterheup rond zijn middel en maakte de uiteinden aan elkaar vast met een grote ronde gesp aan zijn rechterkant. De man babbelde maar terwijl hij het kleed aanpaste. "Het valt allemaal wel goed, u zal wel zien. Net lang genoeg om dat strakke kontje te bedekken als hij rechtstaat. Hier heer. Wat denkt u ervan heer?" Hij stapte achteruit zodat Corax goed kon kijken en sprak verder. "Je hebt het jongetje nog maar pas, Heer? Onze jongetjes zijn mooi genoeg, maar een beetje wild heer. Nog niet zo lang geleden lag dit plaatsje buiten het Rijk, heer. De bossen hebben hen zo gemaakt, heer. Maar hier stoort het geluid van een geseling niet, heer. Enkele rake zweepslagen en die jongen zal zo aandachtig zijn en gewillig zoals je dat wenst. Hij moet beteugeld worden zoals elke jongen van zijn soort, dat is alles. We hebben een ruime keuze aan zweepjes heer. Redelijke prijzen, ik zal ze u tonen, heer." Corax glimlachte en zei tot Pisclus: "Wel jongen, nu ben je wat netter gekleed, zorg dat je je nu beter gedraagt. Bekijk je meester, jongen. Loop zo niet overal heen te staren. Bedenk dat je hier bent om je meerderen te dienen, of Marcus laat je de riem nog eens proeven." "Het is moeilijk, heer om deze jongetjes te trainen, ik weet het." zei de koopman sympathiek. "Het heeft een tijdje geduurd om Janus hier aan me gewoon te laten worden. Mijn arm deed soms pijn van hem te geselen. Dag na dag, geschreeuw van de jongen, geklaag van de vrouw over het lawaai en geen resultaat. Dan, op een dag, nadat ik een emmer water over hem heen had gegooid opende hij zijn ogen en toen zag ik in zijn blik dat hij gebroken was en sindsdien is hij voor mij goud waard. Heet duurt even, maar het lukt heer. Het is een kwestie van volharding. Ik heb hier iets om u te helpen als u het wil gebruiken." "Best, als het hem maar niet voor altijd beschadigt." "Nee, nee. Ik verschroei enkel maar zijn hielen met een heet ijzer. Ze zijn zo teer, heer. De wondjes verdwijnen na een paar dagen en als hij dan zijn lesje niet geleerd heeft doet u het gewoon opnieuw. Maar over het algemeen is een keer genoeg." "Uitstekend idee." zei Corax. "Goed heer. Ik breng de jongen naar de smid hiernaast. Janus kom met me mee. Ik heb je nodig om de kleine zijn benen vast te houden, Kom mee jongen." De man pakte Piclus bij zijn arm en bracht hem naar een afdak naast zijn kraam. De jongen wist niet echt wat er ging gebeuren maar begreep dat het iets gemeen zou zijn. Hij keek over zijn schouder naar Marcus voor steun, maar die deed niets. De winkel van de smid was een luidruchtig donker gebouw. Het enige licht kwam van de open deur langs de straatkant en de gloed van de hete kolen in het vuur aan de andere kant. De smid zelf, een grote man, met bloot bovenlijf, hamerde een roodhete staaf in een vorm op een aambeeld naast het vuur. Een helper, ook met bloot bovenlijf en heel gespierd, hield de staaf op zijn plaats met een lange houder, terwijl een naakt jongetje, niet ouder dan Pisclus, aan de blaasbalg zat. De smid voelde de aanwezigheid van vreemdelingen, stopte met hameren en draaide zich naar de deur. "Ik kom om de hielen van deze rekel te branden voor zijn meester," legde de man uit. "Oh, goed, er liggen hete ijzers in het vuur. Help jezelf." antwoordde de smid onverschillig en hij begon terug te werken. De man bracht Pisclus naar een werkbank die tegen een muur stond. Hij zei de jongen om met zijn gezicht naar de muur te gaan staan en om de bank stevig vast te grijpen. Pisclus keek achter zich en zag de man naar het vuur toe stappen. Hij nam een staaf uit vuur waarvan het uiteinde roodgloeiend was. Janus knielde achter Pisclus. Na een teken van de man greep hij Pisclus' rechterbeen net boven de enkel vast en trok hem van de grond. "Stevig vasthouden nu." beval de man en hij duwde de gloeiende stang kort tegen zijn hiel. Pisclus schreeuwde schril bij de brandende pijn. Janus liet zijn beenlos. "Nu de andere voet," zei de koopman en hij ging terug naar het vuur voor een andere staaf. Pisclus draaide zich om en vluchtte naar de open deur. De smid versperde hem de weg, heel snel voor een man met zijn gestalte. "Alsjeblieft 3; nee, alsjeblieft 3; nee heer. jammerde Pisclus. "Ga terug naar de werkbank jongen of moet ik je meester zeggen dat je ongehoorzaam bent." zei de smid rustig. "Alsjeblieft heer 3; alsjeblieft 3;," smeekte Pisclus. Dan zag hij geen teken van medelijden op het gezicht van de man en hij strompelde jammerend naar de werkbank. Enkele tellen later schreeuwde hij opnieuw als de gloeiend hete staaf op zijn andere hiel terecht kwam. Toen ze terug naar het kraam kwamen keek Corax naar een hoopje goedkope sieraden. Hij hield er een omhoog. Het was een enkelband in de vorm van een dun zilveren kettinkje met drie of vier kleine belletjes aan vast. "Deze wil ik." zei hij. "Laat je jongen het aan de rechter enkel van de vlegel vastmaken." Nadat Corax betaald had gingen ze verder naar het badhuis. Pisclus keek niet langer rond. Hij stapte met gebogen hoofd en zijn ogen naar de rug van zijn meester gericht. Hij ontweek de blikken van de voorbijgangers. Hij stapte op de ballen van zijn voeten. Daardoor stak zijn kontje overdreven uit en wiegde hij met zijn heupen. Het gerinkel van de belletjes om zijn enkel en het gevoel van de korte tuniek met de obscene rand, die tegen de zijkant van zijn blote billen schuurde maakte hem beschaamd. Hij beneed Marcus niet, maar hij had nog genoeg spirit om te wensen dat zijn afhankelijkheid niet zo publiek zichtbaar was. Corax was tevreden. Geen spion van het Rijk zou de jongen nu nog herkennen als zoon van een rijke patriciër, door zijn tred en zijn minieme kleding. Hij had er genoegen in om de ellende en vernedering van de jongen te zien, die hij op zijn beurt meegemaakt had toen hij eigendom was van de grootvader van de jongen.
***
Bestia's geschreeuw veranderde in gejammer. De striemen die op zijn buik en zijn borst verschenen, brandden hevig. De pijn van het touw dat het vel van zijn polsen geschuurd had, was niet minder intens. Zijn armen, die het gewicht van zijn hele lichaam moesten dragen en zijn schouders, deden gruwelijk pijn. Hij voelde alsof hij de pijn geen seconde langer kon verdragen, maar toch werd de pijn steeds erger. Hij hoorde voetstappen op de trap. Een goed gebouwde jonge slavenvrouw kwam binnen. Ze zei niets maar stapte naar de muur toe waar Bestia aan de haak hing aan het touw dat rond zijn polsen zat. Met gegrom van de inspanning tilde ze hem op en zette ze hem neer. Bestia wankelde als zijn voeten de grond raakten. De kamer draaide rond hem heen en hij zakte op zijn knieën op de grond. De vrouw stootte hem ongeduldig met haar blote voet aan tegen zijn achterwerk "Maak niet zo'n herrie. " zei ze brutaal. "Je zal in de toekomst nog moeten blijven doorwerken na veel ergere geselingen dan het gekietel dat je juist gekregen hebt. Als je denkt dat ik tijd heb of energie om kleine slavenvlegels te dragen, dan heb je het mis. Ga naar de tuin terwijl ik deze plaats hier opruim ... Ik zie dat je op de grond geplast hebt, jij goor beest. Maak je weg voor ik je verplicht je eigen vuil op te likken." Bestia sleurde zichzelf recht en strompelde de trap af. In de zon naast de keukendeur zat de dikke vrouw op een stoel. Ze wenkte Bestia naar zich toe. De naakte jongen, met zijn ribbenkas overdekt met striemen van de ranseling, strompelde door de tuin naar haar toe. Vaag zag hij het dienblad dat naast haar op de tafel stond. Daarop stonden verschillende potten, een dampende kruik warm water, een bundel doeken, een klein mes en een metalen kegel met open einde en nog andere voorwerpen waarvan hij niet wist waarvoor ze dienden. "Jij arme kleine," kreunde de vrouw en ze klapte op haar met een schort bedekte knieën. "Kom bij tante Vacca, (Latijn voor koe - Met zo'n naam was de vrouw waarschijnlijk een ex-slaaf) Laat eens zien wat jou meester met je gedaan heeft, mijn schatje." Vacca pakte Bestia vast en legde hem over haar schoot. Het was voor het eerst sinds hij verkocht was aan Corax, dat hij wat affectie kreeg of medelijden. Hij installeerde zich dankbaar op haar schoot en nestelde zich tegen haar grote, zachte borsten. "Wat een lelijke striemen, zei de vrouw zachtjes. Ze raakte de strepen aan die zijn borstkas ontsierden. "Tante Vacca heeft hier iets om de pijn weg te nemen en om de kneuzingen te laten verdwijnen zodat je er mooi en fris zal uitzien, wanneer je meester thuis komt. Terwijl ze sprak masseerde de vrouw een verzachtende zalf op zijn gepijnigd vlees. Bestia luisterde niet echt naar wat de vrouw zei, maar door de zachte toon van haar stem ontspande hij zich en liet hij zijn hoofd op haar schouder rusten. Hij dacht terug aan lang geleden, toen zijn moeder hem affectie getoond had, voor de armoede en het zware werk om voor een grote familie zorgen haar verzuurd had. Ze had hem toen op haar schoot genomen en hem geknuffeld. Hij stak zijn duim in zijn mond. Vacca bracht hem terug in het heden door aan zijn oorlelletje te trekken. "Wakker woorden schatje." mompelde ze. "Omdat ik Corax al zo lang ken weet ik dat dit niet de enige plek is waar hij je vannacht heeft pijn gedaan. Is het niet, liefje?" "Nee, mevrouw ... Hij heeft me ook pijn gedaan aan mijn achterwerk. Hij heeft zijn piemel erin gestoken. Het deed erg veel pijn, mevrouw." Bestia voelde geen schaamte toen hij de vrouw vertelde wat men hem aangedaan had. "Die goeie ouwe Corax heeft je pijn gedaan. Hij heeft een grote, onze Corax, ik kan het weten." "Laat me nu maar eens zien of ik iets aan je kontje kan doen, zodat je minder pijn hebt. Ga even van mijn schoot af en leg je over mijn knie zodat ik kan zien hoe erg het is." Bestia strekte zich gehoorzaam over de schoot van de vrouw. Zijn voeten steunden op de grond aan één kant, en zijn hoofd lag bijna ter hoogte van haar enkels aan de andere kant. De vrouw legde hem zo dat zijn achterwerk goed lag voor inspectie. Twee gasten van de herberg die net voorbij kwamen, stopten even om te kijken. Enkele jongetjes kropen uit de keuken. Er begon zich een groepje te vormen rond de vrouw met het prachtige ventje op haar knieën. De jongen spande zich ongewild op toen hij de lichte aanraking voelde van de vingers van de vrouw die iets op de lippen van zijn anus smeerde. Het was een prettig gevoel en hij ontspande zich snel. Dan verhoogde ze druk op haar vingers en drongen ze naar binnen. Hij spande zich opnieuw en dan opende zijn kontje zich om de vingers erin te laten voor hij zich terug opspande, niet om ze tegen te houden, maar om ze zelf dieper naar binnen te trekken. Bestia voelde dat hij een stijve piemel kreeg, hij wist dat hij op de schoot van de vrouw ging klaar komen. Hij wilde een waarschuwing stamelen, maar het lukte hem niet om te spreken toen hij die vingers bereed. "Dat geeft niet liefje," zei de vrouw toen ze zijn ongemak zag. "Jij bent me wel een vinnig ventje. Je geeft Corax waar voor zijn geld. Laat het maar komen mijn snoesje. Waarom draagt tante immers een schort?" De vrouw bekeek het wriemelen van zijn kontje van de opwinding op haar schoot. Ze glimlachte toen de toekijkende mannen en jongens lachten en opmerkingen maakten. Dan verkrampte Bestia's romp nog een keer voor zijn gespannen bilspieren sidderden van genot. Tenslotte ontspande hij zich rond Vacca's vingers en ze trok ze zachtjes uit zijn lichaam. Bestia kreunde stilletjes. "Het kon erger zijn," merkte de vrouw op en ze kletste lichtjes op zijn blote bast. "Er moet niets gehecht worden. Juist een beetje zalf van tante om de pijn te verlichten, maar eerst moeten we alles proper maken." Een tel later voelde Bestia een hard voorwerp in zijn kont geduwd worden. Dan werd zijn rectum bevloeid met warm water. Eerst was het een prettig gevoel, maar de druk verhoogde als er steeds meer en meer water naar binnen geduwd werd. "Daar," zei ze eindelijk, "sta recht en probeer dat op te houden tot tante tot 500 geteld heeft." Bestia kroop recht. Hij klemde zijn kontje zo stevig mogelijk dicht om de druk binnen te houden. Hij keek met grote ogen naar de vrouw toen ze een lege zak op het dienblad zette, met een buisje aan een kant. " ... 18, 19, 20, ...," telde de vrouw. Bestia kreeg krampen in zijn buik. Hij hield zijn handen stevig in de spleet van zijn reet. Hij wist dat hij het goedje niet veel langer zou kunnen binnen houden. " ... , 51, 52, 53, ..." de toeschouwers telden met de vrouw mee. Vacca keek naar zijn gezicht en zag dat hij het niet langer kon volhouden. "Goed," zei ze. "ga naar de goot en maak jezelf maar leeg." Bestia draaide zichzelf om en runde naar de goot in het midden van de tuin. Een van de herberggasten blokkeerde lachend zijn weg. De jongen trachtte er voorbij te lopen, maar het was te laat. Bestia begon te vernederd te wenen toen de menigte met hem lachte. "Maar schatje toch, het in jouw fout niet." riep de vrouw hem toe. "Kom terug naar hier en tante zal alles wel opkuisen en nog wat zalf op je kontje smeren. Ze gaf enkele bevelen aan de slavenjongetjes die toekeken. "Haal enkele emmers water en giet de rommel weg daar." "En jij," zei ze tot de lachende man, "met je eigen slaven doe je wat je wil, maar dit jongetje is van Corax, en niet van jou. Moet ik hem hierover vertellen?" De man stopte plots met lachen. Bestia nam terug zijn plaats in, op zijn buik over Vacca's schoot. "Kan er een van de mannen zijn handen achter zijn rug houden? Jij niet." zei ze scherp tot de man die hem de weg versperd had. "Ja, jij misschien." De uitgekozen man stapte vooruit met een grijns en hield de jongen zijn polsen stevig achter zijn rug. "Benen wijd open nu." beval Vacca. Ze klemde een arm rond Bestia's middel en begon over zijn piemeltje te wrijven. Door zijn orgasme was zijn roze eikeltje onder zijn voorhuid verdwenen. Met haar vrije hand nam ze iets dat op het tafeltje naast haar lag. Tot zijn grote schrik zag Bestia dat het een mes was met een houten heft en een zeer scherp geslepen blad dat schitterde in het zonlicht. "Mevrouw, 3; nee 3;. mevrouw 3;. alsjeblieft 3; nee 3;. mevrouw 3;MEVROUW!!!" schreeuwde Bestia in doodsangst. Hij probeerde zich tevergeefs os te rukken van de greep van de man. De toeschouwers lachten en floten. "Zo erg is het niet," zei Vacca om hem op zijn gemak te stellen. "Het zal pijn doen, maar je meester wil het en dus zal het gebeuren." Ze klemde het mes tussen haar tanden, nam de bronzen kegel op en gleed die over de penis van Bestia. Dan trok zijn zijn voorhuid erover. Ze hield de voorhuid op zijn plaats met haar linkerhand en nam het mes in haar rechter. Dan sneed ze er snel mee rond de kegel. Bestia huilde toen het mes door zijn voorhuid sneed. Ze nam een doek van het tafeltje en hield het tegen zijn kruis om het bloeden te stelpen. "Je mag zijn handen loslaten nu," zei ze. "Wel, dappere jongen, nu moet je het doekje op zijn plaats houden terwijl ik wat poeder haal om het bloeden te stoppen." Daarna hield ze de jongen nog een kwartiertje op haar schoot, knuffelde hem en praatte zachtjes met hem. Ze streelde over zijn haar, kuste zijn wang, vertelde hem hoe braaf hij wel was, hoe moedig en hoe mooi, tot hij ophield met snikken en rustiger werd. Dan liet ze hem op de grond zitten dicht bij de keukendeur. Ze maakte een enkelband vast om hem vast te leggen en liet hem daar, met een met bloed doorweekt doek tegen zijn kruis. Even daarna bracht een jongetje uit de keuken hem een beker warme melk met honing.
Hoofdstuk 7Het publieke bad in Colchester was onlangs herbouwd en groter gemaakt zoals past bij een stad dat in het centrum van het Rijk lag in Brittannië. Het werd uitsluitend opgetrokken in witte marmer, grote trappen vormden de ingang van het complex met hete en koude baden en bijkomende ruimten. Zelfs Pisclus, in zijn ellende en vernedering, stond aan de ingang te kijken naar het openluchtbad met zuilen en bogen naar het interieur van het badhuis. Hij was zich bewust van de grootsheid van zijn omgeving. De schittering van de zon op het witte marmer, het glanzende blauw van het water, de schaduw van de bogen en het zicht op de gebouwen er rond vervulden hem met bewondering. Het was het grootste en prachtigste gebouw waar hij ooit binnen was.Een scherp bevel van Corax herinnerde hem eraan dat hij daar niet was om te bewonderen, maar om te dienen. De volgende tien minuten waren pijnlijk en verwarrend voor Pisclus. Corax was van oordeel dat de snelste manier om ervoor te zorgen dat een jongen aandachtig was voor je iets zei, was om hem een oorvijg te geven voor je begon, en één erna om hem eraan te herinneren aan wat je gezegd had. Door die reden was het een gekneusde en betraande slavenjongen die Marcus en zijn vader volgde naar de tuinen van het badhuis, alleen gekleed in hun lendendoekje. Corax daagde zijn zoon uit voor een spelletje pilata. (Een balspel dat vrijwel zeker gespeeld werd op de velden naast de badhuizen. Hoe het spel gespeeld werd is niet duidelijk, maar het was hoogst competitief en professionele spelers konden een groot fortuin verdienen, als ze er goed in waren. Het kan iets zijn geweest als squash, of tennis of het korfspel pelota van het Latijnse woord pila wat bal betekende.) Marcus was snel en had een goede coördinatie voor een jongen van zijn leeftijd. Corax speelde echter om te winnen en de jongen werd overweldigd door de kracht van de slagen van zijn vader. Maar het werd een spannend spel, want het duurde een tijdje en er bleven mensen staan om te kijken. Pisclus die dienst deed als baljongen kreeg heel wat commentaar omdat zijn tuniek hem niet helemaal bedekte. Ze wilden ook het jonge lichaam van Marcus inspecteren waar waren te bevreesd voor de reacties van zijn vader Corax, om hun bewondering kenbaar te maken. Toeschouwers en spelers lachten samen toen ze zagen hoe Pisclus onhandig op zijn twee hielen steunde, die pas gebrand waren, of wanneer hij door een fout een klap kreeg van de raket van Corax. Na het spel kleedden vader en zoon zich uit en genoten ze van de baden. Pisclus volgde hen van zaal naar zaal en droeg de handdoeken, olie en schrapers. De goedgevulde beurs van Corax hing rond zijn nek. Het was de eerste maal dat hij de man naakt zag en hij was gefascineerd door zijn krachtige schouders, diepe borstkas, dikke armen en dijen, overdekt met een dikke bos rood haar. Het meest intrigerende en beangstigende waren de zware ballen van de man en zijn massieve penis. Hoe hij ook rondkeek, zijn ogen werden steeds getrokken naar het kruis van de man en zijn gigantische mannelijkheid. Hij vroeg zich af hoe Bestia, met zijn dunne lijf, deze monsterlijke lul had doorstaan. Nadat ze een tijdje in de hete kamer hadden doorgebracht en gemasseerd werden door de bedienden aldaar, namen Marcus en Corax een koud bad voor ze Pisclus bij zich riepen voor de handdoeken. Nadat hij zich afgedroogd had, gooide Corax een handdoek over zijn schouders en stapte hij naar het einde van een openluchtzwembad waar een zwerm naakte slavenjongens bij elkaar zaten en kletsen en spetterden in het water. Toen hij naderbij kwam werden de jongens stil en begonnen ze elkaar en hem bezorgd aan te kijken. Schijnbaar onbewust van de indruk die hij maakte, wandelde Corax door het groepje jongens die voor hem opzij gingen, samen met Marcus en hun bediende Pisclus. Bij de jongens stond een gigantische Nubische slaaf, met een dikke zweep in zijn hand. Hij bewaakte een dubbele bronzen deur. Toen hij Corax zag boog hij en kruiste hij zijn armen voor zijn naakte zwarte borst. Hij opende de deuren van een hoge zaal die erachter lag. Corax stapte door de deuren, gevolgd door Marcus en Pisclus. Corax gooide zijn handdoek naar Pisclus en nam de buidel van zijn nek. Hij wenkte naar de jongen die gehoorzaam naast de deur hurkte. Hij kon niets anders doen dan wachten. Hij moest leren hoe het leven van een slavenjongen uit niets anders bestond dan dat.
***
Naast de deur zat een man op een bank met een naakt jongetje op zijn knieën, gezicht naar beneden. Hij kletste de jongen op zijn billen, duwde de jongen recht en stond op om Corax te groeten. "Wel goede vriend," zei hij vrolijk, "het is altijd een plezier om je ontmoeten. Drink een glas wijn met me en pik maar een van mijn jongens uit. Gratis." "Een glas wijn wil ik wel," antwoordde Corax, "maar misschien kan mijn zoon de waren die je hebt voor me keuren. Het is tijd dat hij leert welke geneugten een welwillend slavenjongetje kan bieden." "Is dit jouw zoon?" zei de man en hij bestudeerde Marcus. "Een stevig knaap geworden. Je hebt gelijk. Het is tijd dat dit deel van zijn opvoeding wat aandacht krijgt. Hij kan niet beter als beginnen met de jongen die ik op mijn schoot had toen je binnen kwam. Ik heb net zijn kontje klaar gemaakt voor zijn eerste lul." "Ik dacht dat," zei Corax bedenkelijk, "we misschien voor Marcus een jongetje moeten uitkiezen die hem wat kan leiden, want hij heeft helemaal geen ervaring." Marcus was zichtbaar geschokt door wat zijn vader zei. Het was zo dat hij helemaal geen ervaring had, maar nadat hij gezien had wat zijn vader met Bestia had uitgericht die ochtend, dacht hij wel dat hij wist wat te doen. "Dat ventje daar kent alle trucs die er zijn," zei de man. Hij knikte naar de jongen die aan zijn voeten zat. Hij is opgevoed op mijn farm. Ik heb hem hier meegebracht van zodra hij kon en hij heeft hier zowat alles al gezien. Maar ik zal hem bij zijn oudere broer zetten voor jouw zoon. Zij zullen met elkaar een inleiding geven tot jongensseks die hij heel zijn leven zal herinneren. "Waar is die broer?" vroeg Corax. "Het is de jongen die achter mijn bank staat. Ik heb hem altijd bij mij als ik aan zijn broertje werk. Het maakt hem rustiger. Ik twijfel eraan of ze wel dezelfde vader hebben. Je weet hoe die slavenvrouwen zijn, ze zijn altijd bronstig en neuken met wat het dichtst bij de hand is. De jongens zijn ongeveer hetzelfde." "Goed," zei Corax. De man knipte met zijn vingers naar de jongens, allebei blond, de een naakt, de andere met een dun lendendoekje. Ze stapten vooruit. Hij knikte naar Marcus. "Luister naar mij jullie stukken varkensstront," zei de man. "Dit is de zoon van mijn beste vriend. Geef hem plezier of jullie worden gegeseld op jullie rug en billen tot ze bloeden en dan zend ik jullie naar de barakken om jullie kontjes te verkopen aan de legionairs. Jullie weten hoe die kleine slavensukkels als jullie behandelen." De jongens hadden een angstig gezicht. Ze kwamen naar voor en namen Marcus bij de hand en brachten hem verder in de zaal. Er lagen mannen op marmeren tafels of ze wandelden rond in de zaal en werden bediend door mooie begerige jongens. De zware ledematen en hun harige lichamen waren in fel contrast met de slanke gladde lijfjes van hun dienaren. Toen hij er voorbijliep bewonderde Marcus de stevige ronde kontjes van de twee prachtige ventjes die hem ter beschikking gesteld waren. de gedachte dat ze van hem waren en dat hij er eender wat kon mee doen, wond hem op. Hij realiseerde zich dat hij een stijve kreeg. Dat bleef niet onopgemerkt voor de anderen. Een man met een knielende jongen voor hem met zijn gezicht in zijn kruis lachte. De twee jongens keken ernaar en lachten nerveus. Ze kwamen bij een kamertje achteraan in de zaal. Toen de deur dicht ging merkte Marcus dat er een dun venijnig stokje aan een haak hing. De jongens duwden Marcus zachtjes neer zodat hij neerzat tussen hen op een lage zetel. Dit was het enige meubelstuk in het kamertje. De jongste gooide zijn armen over Marcus' nek en begon hem op de lippen te kussen. Marcus liet zijn hand over zijn gladde lichaam glijden en genoot van zachte jonge vlees. Hij liet zijn handen op zijn billen rusten. Hij duwde zijn vinger in de spleet van zijn kontje. De kleine kreunde en Marcus profiteerde van de gelegenheid om zijn tong in zijn mond te steken. Hij voelde de oudste aan de zijkant van zijn nek snuffelen. Dan streelde zijn tong over zijn borst en speelde hij met een van zijn tepeltjes. De jongste begon nu ook met zijn tong en lippen het lichaam van Marcus te bewerken wat hem nog in een grotere staat van opwinding bracht. Marcus leunde achteruit op de zetel. Het was onmogelijk nu om uit maken wie wat bij hem deed. Een tong (van wie?) stak in zijn navel en likte aan de binnenkant van zijn dijen. Marcus boog zijn benen en tilde zijn kontje op om het de jongens gemakkelijker te maken. Een warme natte tong verkende de spleet van zijn reet en begon rond zijn balletjes te spelen. Lippen raakten de zijkant van zijn piemel. Hij wist dat hij weldra zou klaarkomen. Twee tongen plaagden zijn kloppende knots. Het bloed kookte in zijn hoofd. Hij stond op het punt om te ejaculeren. Extase en dan de catastrophe. "Het is niet eerlijk." Het was de jongste, bijna in tranen en woedend. "Het is niet eerlijk. Ik was met zijn lul bezig. Meester zei dat hij voor mij was en jij neemt hem van me af. Dat doe je nu altijd. Alleen maar omdat jij de oudste bent. Het is niet eerlijk." Hij gaf zijn grote broer een duw en de twee jongens tuimelden van de bank af op de marmeren vloer, een wriemeldende bundel naakt jongensvlees. Marcus vloekte, kwaad dat zijn plezier gestoord werd door een slaven broedertwist. Hij greep de twee vechtende jongens bij hun halsband en kletste hun hoofden tegen elkaar. Er spoot bloed uit de oudste zijn neus. De twee jongens stopten met vechten, beseften da ze in ernstige problemen zaten en begonnen te wenen. "Het is niet eerlijk heer." stamelde de jongste. "Men heeft mij jouw lul beloofd en hij loopt er altijd mee weg." "Jij wil mijn lul." zei Marcus woedend. "Oké, je krijgt hem op een manier die je nooit meer zal vergeten." "Ga op de zetel liggen." Hij gaf de jongen een trap terwijl hij recht klauterde op de marmeren vloer. "Snel jongen." beval hij. "Op je buik en benen open, met je kont in de lucht." De jongen gehoorzaamde, legde twee kussen onder zijn heupen zodat zijn kontje omhoog stak. Marcus stapte achteruit en bewonderde even het lenige lichaam van het jongetje met zijn strakke kontje dat klaar stond voor zijn vermaak. "Ik vraag me af," vroeg hij zich af, "hoe oud hij is. Ik vraag het hem niet, want hij weet het waarschijnlijk zelf niet. Acht of negen misschien. Maar hij is een slavenjongen en die eten niet zo goed en hebben een harder leven dan vrije jongens zoals ik. Misschien een jaar of twee ouder." "Ik reken later met jou wel af," zei hij tot de oudste. "Je denkt dat het belangrijk is dat jij je vermaakt. Ik toon je hoe verkeerd dat is. Je zal geen lul van mij krijgen, kereltje. Het is de stok en dat is nog maar een begin, want ik wil je ook gegeseld zien. Jij krijgt alle lullen die je aan kan en nog meer, als ik je naar de barakken stuur." De oudste zei niets maar staarde naar Marcus met wanhopige ogen en een bloedende neus, naakt kruipend op de marmeren vloer. Marcus kroop op de zetel en ging tussen de benen van de knaap zitten. Zijn kontgaatje was duidelijk zichtbaar en stond gedeeltelijk open. "Gaat u geen zalf gebruiken heer?" jammerde de jongen. Marcus antwoordde niet en gaf een klap op een van zijn billen. De jongen krijste. Marcus richtte zijn lul. Toen de top van zijn penis het gaatje raakte kneep hij het dicht. Marcus stootte hard om zijn prik in de aars van de kleine te krijgen. De jongen schreeuwde en begon van zich af te slaan. Marcus greep zijn polsen en riep naar de ander knaap om zijn enkels vast te grijpen. Met zijn armen vastgepind door Marcus en zijn enkels op zijn plaats gehouden door zijn oudere broer, had de jongen geen schijn van kans. "Dat betekent voor jou de zweep." gromde Marcus en hij gromde zijn ongeoliede lul in de jongen. "Zo tegenwerken." Even bleef de sluitspier potdicht, maar dan begon hij toe te geven aan het aanhoudend geduw van Marcus. Het gekerm van de jongen werd een schril geschreeuw toen zijn laatste weerstand het opgaf. Marcus stootte opnieuw en opnieuw en begroef zijn lul in zijn lichaam. Nu was zijn kruis dichtbij het achterwerk van het kereltje geduwd. Hij kon de warmte van de knaap strak rond zijn piemel voelen. Het was vreemd. Nu leek het alsof de jongen hem dieper en dieper in hem trachtte te trekken en hij begon het steeds sneller wordende stoten van Marcus te beantwoorden. Zijn geschreeuw werd terug gekreun. Marcus trok zijn piemel er bijna helemaal uit en dreef hem er dan weer over de hele lengte in. Hij deed het opnieuw en opnieuw en dan kwam hij klaar, diep in het lichaam van de knaap. Marcus lag even hijgend bovenop de jongen. Dan duwde hij zichzelf op zijn knieën. Hij kon een beetje zaad en bloed zien vloeien tussen de benen van de knaap en zijn piemel was op dezelfde manier besmeurd. Hij stond recht uit de zetel. "Nu is het jouw beurt," zei hij en hij gaf zijn oudere broer een oorvijg. Hij zag tot zijn genoegen dat de jongen geen poging deed om de slag af te weren. toen hij een tweede slag in zijn gezicht wou geven. Deze jongen was goed geschoold. Zijn vuist trof de jongen op zijn mond en spleet zijn lip. Er druppelde bloed van zijn kin. Marcus nam de stok van de haak en zwaaide hem omhoog. Het was geen zware stok, maar hij was veerkrachtig zodat hij in de lucht zwiepte als een levend ding. "Draai je om." zei hij tot de jongen en hij sloeg hem vooraan op zijn dijen om zijn bevel kracht bij te zetten. "En hou op de hoek van de zetel vast." De jongen schreeuwde en boog om zijn lichaam aan de stok aan te bieden. "Hoofd omlaag en kont in de lucht." Marcus verstevigde zijn eis door zijn hand op het hoofd van de jongen te leggen en hem voorover te duwen. Hij duwde de stok tussen zijn benen, met de punt in zijn kruis. De jongen krijste en duwde zijn kontje in de lucht zo hoog als hij kon. Zijn hoofd was op de zetel gedrukt enkele centimeters van het lichaam van zijn snikkende broertje. Marcus raakte het achterwerk van de kleine aan met de punt van de stok om de afstand te schatten en hij glimlachte toen hij de jongen zich zag opspannen om de slag op te vangen. "Stil blijven nu," beval hij de bevende jongen. "Je weet dat je het verdient." Hij sprak rustig en bijna vriendelijk. "Ja heer," kreunde de jongen. Marcus tilde de stok over zijn schouders en zwaaide hem dan zwiepend door de lucht over de hulpeloze romp van de jongen. Zijn lichaam trok zich samen. Marcus hoorde hoe de jongen snakte naar adem van pijn. Marcus wachtte geduldig tot de knaap zichzelf kalmeerde. Hij had de tijd van de wereld. Hij keek toe hoe de striem op het lichaam van de knaap van wit over rood naar paars uitsloeg. Hij besefte dat zijn lul, die begon in te krimpen toen de jongens begonnen te vechten, nu opnieuw in de aanslag stond. Hij wachtte tot de jongen terug rustig was. "Ben je klaar?" vroeg hij vriendelijk. 'Ik geniet hier van.' dacht hij. Hij had de jongen niet gezegd hoeveel slagen hij ging krijgen. Waarom zou hij een limiet zetten op zijn pret en op het lijden van de knaap? De jongen mompelde iets en Marcus interpreteerde het als een bevestiging. Hij liet de stok opnieuw op het tere kontje van de knaap terecht komen. Traag maar stevig liet Marcus de stok zwaaien, er op lettend dat de knaap elke slag volledig voelde. Bij de derde slag schreeuwde de jongen. Hij viel op zijn knieën bij de zesde en opnieuw bij de negende slag. Marcus zei niets. Hij wachtte geduldig tot de jongen uit zichzelf recht strompelde om terug in de houding te gaan staan en zijn nu al goed gestreepte kontje terug aanbood. Op de twaalfde slag ging de knaap opnieuw neer. Hij kromp ineen op de vloer aan Marcus' voeten en liet zijn hoofd op de zetel rusten, terwijl zijn hele naakte lichaam bewoog van het snikken. Hij keek neer op de magere schouders en het gekneusde kontje dat eenmaal wit was, maar nu geribbeld met striemen die in kleuren varieerden van die van rauw vlees bij de slager tot paars, Marcus had nog nooit zoiets opwindends gezien. Opgewonden door het lijden van de knaap greep hij hem bij de arm en trok hij hem zo dat zijn bovenlichaam op de zetel rustten, met zijn voeten op de grond. Hij versnelde het tempo van zijn slagen. Er was geen reden om het geselen te onderbreken terwijl de jongen op de zetel lag, kronkelend van de pijn door de stokslagen. Zijn geschreeuw vermengd met het zwiepen van de stok door de lucht, het geklets van het hout op zijn blote vlees en het gedrum van zijn blote voeten op de marmeren vloer wanneer de pijn zijn gefolterde lichaam doorsneed. Marcus voelde zijn opwinding vergroten bij elke striem op het lichaam van de jongen. Hij gaf nog dertien slagen bij voor hij voelde dat het niet langer kon blijven duren. Hij pakte de jongen bij zijn haren en trok hem van de zetel. De knaap kroop recht en kreunde zachtjes. Hij trok zijn hoofd achteruit zodat hij hem aankeek in zijn gezicht overdekt met tranen, bloed en snot. Hij trok het gezicht naar zijn kruis, zodat zijn lul, die nog steeds sporen vertoonde van de penetratie van zijn broertje, zijn lippen raakte. De jongen opende zijn mond, zijn lippen sloten zich om Marcus' prik, zijn tong masseerde hem. Marcus schreeuwde het uit toen hij klaarkwam. Hij spoot het zaad achter in de keel van de knaap. Hij trok de jongen van hem weg. Hij keek over zijn schouder als hij de ruimte verliet. De jongens keken hem na met van pijn vertrokken ogen. Hij trok de deur dicht om hun gesnik niet meer te moeten horen. Hij realiseerde zich dat hij nog steeds de stok vast had. Dan dacht hij verwonderd, 'ik weet zelfs hun namen niet - maar waarom zou ik - wat heeft dat voor belang?' Corax dronk een glas wijn met zijn vriend. Hij keek op als Marcus er aan kwam. "Het ziet ernaar uit dat je jezelf geamuseerd hebt?" zei hij en hij wees naar Marcus' kruis. Marcus keek neer en besefte dat het gepijp van de jongen zo kort was, dat er nog steeds sporen waren van het doorboren van de kleinste van de twee. Hij bloosde. "Geen nood," zei Marcus met een glimlach. "Pisclus kan hem een wasbeurt geven terwijl ik hier een glas wijn drink." Pisclus, die zijn naam hoorde, haastte zich naar hen toe en viel op zijn knieën voor zijn meester. Er kwam een andere jongen van opzij die een kruik stomend water droeg en een doek en een handdoek. Marcus deed zijn knieën uiteen. "Mooi jongetje," merkte Corax' vriend op toen die het strakke kontje van Pisclus zag toen die voorover boog om Marcus' lul te wassen. "Ik geef je een goede prijs voor hem, mocht je hem willen verkopen." "Nee? Ik dacht het al. Hoe hebben die twee jongens van mij zich gedragen. Ik zie dat je de stok bij je hebt. Ik hoop dat je hem gebruikt hebt omdat je het graag doet en niet omdat zij er een reden toe hebben gegeven." "Ze begonnen met elkaar te vechten," legde Marcus uit. "Oh ja?" De stem van de man werd koud. Hij draaide zich om en zei iets tegen twee jongens die achter hem stonden. Zij stapten naar de achterkant van de zaal. "Daar zullen ze voor betalen." zei de man. Hij was niet ontevreden met dit vooruitzicht. "Ik heb hen al gestraft." zei Marcus aarzelend. "En nu zal ik hen straffen. Ik heb hen gezegd wat er zou gebeuren als ze zich misdroegen en dat gaat nu gebeuren. Ik ben een man van mijn woord en die kereltjes mogen dit niet vergeten. Luister naar de goede raad van een oudere man, mijn jongen. Het enige wat een slaaf respecteert is de zweep, dikwijls en hard gebruikt op zijn blote lijf. Vriendelijkheid is verspilde energie en dat krijgen ze dus niet van me." "Trouwens," ging hij verder met een glimlach, "een groot deel van mijn klanten komt hier alleen maar omdat ze graag zien hoe jongens gegeseld worden tot er bloed vloeit en ik ga ze niet teleur stellen." De twee knapen kwamen terug met de twee kereltjes die Marcus misbruikt had in hun armen. Ze gooiden hen op de grond aan de voeten van de man. Daar krompen ze ineen, naakt en snikkend. "Wel," zei hij minachtend, "dat geluid zal jullie niet helpen, jullie luie ondankbare lummels. Ik voed jullie en geef jullie een dak boven het hoofd, jullie vieze beestjes en jullie kunnen zelfs mijn beste vriend zijn zoon niet bevredigen. Jullie moeten alleen maar jullie kontjes in de lucht steken om geneukt te worden en jullie zijn te dom om zelfs dat te kunnen. Ik had het kunnen denken, met jullie moeder die met alles neukte wat onder haar ogen kwam, zelfs de herdershond. Ik zal jullie leren wat er gebeurt met ongehoorzame slavenjongetjes." "Bind hen vast," beval hij. "De oudste eerst." De twee jongens namen de oudste van de twee broers vast en trokken hem naar de dichtstbijzijnde pilaar. Zij bonden zijn handen samen met een koord, en staken het uiteinde van de koord door een ring die in de pilaar zat. Dan trokken ze aan het touw zodat de jongen nog net met zijn tenen op de grond stond. "Heb jij dat gedaan?" en hij wees naar de striemen op het strakke naakte lichaam van de knaap, waar de stok hem gekwetst had. "Ja," antwoordde Marcus zenuwachtig. Hij vroeg zich af of hij overdreven had. Het lichaam van de jongen was een rommeltje van lelijke striemen. "Een aardje naar zijn vaartje," zei de man en hij tikte hem op zijn schouders. "Je mag de stok houden jongen. Jij weet hoe je hem moet gebruiken." "Alwah!" riep de man. De Nubiër stapte naar voor met in zijn hand een zweep die klaar stond als een slang die klaar stond om uit te halen. De man stak zijn hand twee maal omhoog met zijn vingers gespreid. De witte tanden werden zichtbaar in de mond van de Nubiër toen hij knikte en dankbaar grijnsde. Marcus keek naar de brede borstkas van de man. Zijn geoliede spieren glansden in het licht. Het was een schril contrast met het magere lichaam van het jongetje dat half aan zijn polsen hing, vastgebonden en klaar voor zijn straf. Er waren mannen en jongens rond het tafereel komen staan om te kijken. De ogen van de mannen glinsterden bij de opwinding die er ging komen. De meesten van hen vertoonden tekenen van seksuele opwinding. De jongens waren bang, maar konden hun ogen niet afhouden van het drama dat er te gebeuren stond. Marcus voelde zijn eigen lulletje kriebelen als reactie op het wassen van Pisclus en het zicht van de lijdende knaap. Pisclus boog het hoofd en Marcus voelde zijn lippen zijn zwellende prik raken. Marcus keek neer op het achterhoofd van de jongen waar het genesteld was tussen zijn benen. Hij streek door zijn verwarde donkere haren. Hij wist dat hij Pisclus kon pijn doen, maar hij voelde ook genegenheid voor hem. Het was niet zoals de gruwelijke impulsen die hij zonet had met die andere jongens, om te domineren en te vernederen. De Nubiër zwaaide met de zweep. De jongen begon te schreeuwen nog voor de zweep op zijn blote schouders neer kwam. De kracht van de slag haalde hem uit zijn evenwicht en hij bleef even alleen aan zijn polsen hangen. Een fractie van een seconde na de slag was er stilte en dan weerklonk het geluid van zijn schreeuw nog rauwer en schriller. Een brede felrode streep verscheen op het vlees van zijn schouders. Marcus' ding verdween in Pisclus' mond. De Nubiër wachtte even tot de jongen min of meer hersteld was en op zijn voeten stond, en liet dan de zweep opnieuw op het naakte lichaam van de jongen terecht komen. Twee strepen doorkruisten elkaar en op het snijpunt werd het vel van de jongen opengespleten. Een dunne stroom rood bloed begon over zijn blote rug te druppelen. Marcus' opwinding ontplofte in Pisclus' mond. Hij hield de jongen bij zijn oren vast en trok hem recht zodat hij hem kon kussen op zijn met zaad bedekte lippen. Hij proefde zijn eigen sperma. "Wel," zei Corax met een lach. "Mijn zoon heeft van zijn slaaf genoten op de tijd dat ik mijn glas wijn leeggedronken heb. Wij laten je hier nu bij jouw pretjes." Marcus zag dat de jongste van de twee broers naast de pilaar knielde, wachtend op zijn beurt om gegeseld te worden. Zijn ogen staarden in het niets, wit van schrik. Zijn lichaam beefde van het snikken. Even voelde Marcus medelijden voor de kleine. Hij voelde een impuls om er voor te pleiten dat de straf zou stopgezet worden en dat de jongen gespaard zou worden. Maar hij duwde de gedachte van zich af. Ze waren maar slaven en slaven moest geleerd worden dat ze moesten gehoorzamen. Toen ze de zaal verlieten hoorde Marcus opnieuw het onmiskenbare geluid van leer op bloot vlees en het geschreeuw van een jongetje bij zijn strenge berisping.
|